Londen werd een belangrijk handelscentrum met een haven. Het vertrek van de Romeinen kon de explosieve groei niet stoppen. In de 9de eeuw reeds werd het de hoofdstad van Engeland. Toen Willem de Veroveraar in 1066 de Slag bij Hastings won, heeft hij ook Londen gekozen als hoofdstad en liet er de basis bouwen van de Tower.
Londen werd door zijn sterke groei een grote chaos. Een wildgroei van straten, steegjes en huizen zonder riolering zorgden voor onhygiënische omstandigheden. De pest heeft hier in de 17de eeuw vele slachtoffers gemaakt met als rampjaar 1665. Het jaar erop, in 1666, was er dan de grote brand. De complete City, meer dan 10.000 huizen en 80 kerken, waaronder St. Paul's Cathedral, waren vernield. Meteen was ook de pest verdwenen.
De stad werd gestructureerd heropgebouwd door de beroemde architect Christopher Wren. In de daaropvolgende eeuwen groeit Londen verder uit tot een wereldstad. In 1800 telde men reeds meer dan 1 miljoen inwoners. Dan breekt het Victoriaans tijdperk aan (1837-1901). Engeland is het machtigste land van de wereld en dit is voor Londen natuurlijk zeer positief. De stad wordt verfraaid, de eerste metrolijnen werden gegraven en vele belangrijke en rijke figuren komen zich hier vestigen.
Meer nog dan elders in de wereld groeit ook het onderscheid tussen rijk en arm. Charles Dickens heeft dit goed beschreven met als hoogtepunt zijn kerstverhaal. Ook de smog doet voor het eerst zijn intrede in de stad. Deze verstikkende mist werd veroorzaakt door de steenkoolkachels. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd vooral de City getroffen, het financieel centrum van de stad. Het politiek gedeelte en Buckingham Palace in Westminster werden minder geraakt door de bommen.