Op het plein kan je het stadhuis bezoeken met zijn 75 m hoog belfort en het Musée de la Guerre aan de overkant in de groene zone. Neem dan de Boulevard Jacquard naar de rotonde en ga zo verder over het water. Aan de rechterkant wacht het Parc Richelieu. In de Rue Richelieu ligt het Musée des Beaux-Arts (Museum voor Schone Kunsten). Als je verder rechtdoor gaat kom je in de Rue Royale terecht en nog iets verder zie je de "Tour du Guet" aan de Place d'Armes.
Deze "Tour du Guet" is het enige overblijfsel van het 13e eeuwse Calais. Het gebouw deed dienst als vuurtoren, waarmee de eigenaardige bovenbouw verklaard is. Later werd het bouwsel een telegraaftoren. Calais heeft ook een rijk museum, het "Musée des Beaux Arts et de la Dentelle". Je vindt er beeldhouwwerken, schilderijen, herinneringen aan de lokale geschiedenis en kantwerk. Wellicht zal het belfort van Calais je voor de rest van je leven bijblijven, het is van ver zichtbaar en steekt hoog boven de andere gebouwen uit. Het stadhuis en het belfort dateren van 1925. Langs de andere zijde ligt een park met een "blockhaus' of Duitse bunker. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed het dienst als telefooncentrale voor de Atlantikwal.
Wellicht zal de meeste aandacht uitgaan naar het standbeeld voor het stadhuis: "Les Six Bourgeois de Calais". De 'Zes Burgers van Calais' is gemaakt door Rodin. Hij was nog een vrij onbekende beeldhouwer toen hij deze beeldengroep ontwierp en schokte meteen alle rangen van de bevolking. Het was de bedoeling om zes helden uit te beelden en niet een beeldengroep met wenende en angstige mannen. Bovendien wou Rodin dat het niet op een voetstuk stond maar gewoon op de grond zodat iedereen direct contact kon hebben met iemand die de dood voor ogen ziet. Het beeldhouwwerk werd toch op een voetstuk geplaatst en verbannen naar het stadspark. Later kreeg het echter alsnog de eer die het verdiende en staat nu voor het stadhuis. Om dit werk beter te begrijpen is het noodzakelijk ook het verhaal te kennen achter de afgebeelde mannen.
Les Six Bourgeois de Calais
Calais werd in 1347, na acht maanden belegering, door hongersnood tot overgave gedwongen. De Engelse koning beschouwde Calais als een kapersnest dat zijn scheepsvloot te veel last bezorgde. Om hun stad te redden boden zes vooraanstaande burgers van Calais zich met de sleutels van hun stad aan bij Edward III, de Engelse koning. Ze hadden alleen een hemd aan, ze waren blootsvoets en blootshoofds met de strop reeds rond hun nek. Ze gingen immers een zekere dood tegemoet, zo dachten ze. Hun dood zou het zoenoffer zijn voor het sparen van de stad en hun inwoners. Ontroerd door deze opofferingsgeest wierp Filippina van Henegouwen, Edwards vrouw, zich voor de voeten van haar man en smeekte hun leven te sparen. Wat uiteindelijk gebeurde. Calais bleef nog wel gedurende 200 jaar Engels grondgebied.