De Uurwerktoren (Tour de l'Horloge) die je aan de andere kant van de Rue des Halles ziet, moet een idee geven van hoe groot de vroegere basiliek wel was. Deze toren flankeerde immers de ingang, terwijl de "Tour Charlemagne" naast de zijbeuk stond! De apsis (hoofdeinde van de kerk) van de oude kerk eindigde waar nu de zijbeuk van de nieuwe eindigt.
De oude kerk stond bekend om haar grootte en haar pracht. Helaas, ze werd grondig verwoest door de Protestantse Hugenoten in 1562. Men heeft ze daarna wat opgeknapt maar tijdens de Franse Revolutie zag geen mens er nog naar om en de gewelven begonnen in te storten. Wat nog overbleef van de middenbeuk werd in 1802 met de grond gelijk gemaakt om de rue des Halles te kunnen doortrekken. Van het kloosterpand staat nog een fraaie zuilengalerij overeind. De nieuwe kerk is een werk uit 1887 (beëindigd in 1924) in romaans-byzantijnse stijl. In de crypte bevindt zich het graf van de heilige Martinus, precies op de plaats waar het altijd is geweest. Op 11 november en de daaropvolgende zondag zie je hier veel bedevaarders komen bidden.
Ga nu naar Place Pumereau en vervolgens via de Rue du Commerce naar de kathedraal. Zo kom je voorbij het “Hôtel Goüin” dat nu het Archeologisch Museum huisvest. Wat verder ligt de kerk St.-Julien waar nu het interessant wijnmuseum is ondergebracht.
De kathedraal St.-Gatien zelf ligt enigszins buiten de oude stadskern. Omdat Tours reeds een Martinuskerk had, is de hoofdkerk aan een overigens vrij onbekende heilige opgedragen. De bouwwerken begonnen in de 13de eeuw en werden pas 300 jaar later beëindigd. Desondanks is ze in gotische stijl gebleven, al kan je er de evolutie van deze stijl aan aflezen. De voorgevel steekt heel sierlijk in de lucht met zijn twee, ditmaal afgewerkte, torens. Ze zijn met niet zo elegante lantarenkoepels bekroond. Het mooiste bevindt zich binnenin: de beroemde glasramen met levendige kleuren.
In de omgeving van de kathedraal ligt het "Musée des Beaux-Arts" of het Museum voor Schone Kunsten.