De meest kenmerkende taktiek tijdens de Sommeslag was die met de ondergrondse mijnen. Men groef onderaardse gangen tot onder de stellingen van de vijand en blies alles op. Eén zulke ontploffing kon tot 27 ton springstof de lucht doen ingaan. De aarde vloog tot 120 meter in de lucht en er ontstonden kraters van 100 meter diameter en 30 meter diep. De schokgolf brak de benen van soldaten die tot 500 meter verwijderd waren van de krater. Dit verklaart ook waarom er zoveel soldaten nooit werden teruggevonden en als vermist staan opgegeven op de talloze monumenten.
Pozières
Hier werden op 15 september 1916 de eerste tanks ingezet door de Engelsen. De vijand dacht dat het een gewoon transportvoertuig was en gaf het de naam mee van 'tank'. Doordat ze het voertuig niet als bedreigend aanzagen konden 30 van die primitieve tanks ongeveer 10 km loopgraven uitschakelen. Een onvoorstelbare nederlaag voor de Duitsers.
Weet dat eigenlijk maar vier van die tanks vijandelijke loopgraven hebben opgeruimd; de overige staken vast in de modder of kon niet meer rijden. Beide partijen zagen snel het belang in van dit soort legervoertuigen. Onder meer de Fransen hebben er dan ook massaal gebruik van gemaakt bij het tegenoffensief in 1918.