Het stadsbestuur wil hard inzetten op het motto 'geen woorden maar daden'. Daarom geen loze woorden meer of slechte communicatie naar de buitenwereld maar effectief op de pinnen komen met projecten in uitvoering waarvoor geld wordt vrijgemaakt zowel van openbare hand als privé investeerders. Ook poetst men het imago op via de nieuwe communicatie (websites, social media). Het stadslogo kreeg een opfrisbeurt. Een urbanoloog moet op de proppen komen met realiseerbare ideeën. Architecten worden aan het werk gezet om moderne bouwwerken in het centrum in te plannen enz. Er beweegt dus wel degelijk iets in Charleroi. De visie is er, de strategie is uitgetekend. Nu is het dus tijd voor actie.
Kruispunt van wegen en mensen
Charleroi is een belangrijke industriestad geworden in de 19de eeuw en had dit in ruime mate te danken aan de ligging. De stad ligt op een kruispunt van snelwegen. Het maakt van Charleroi de grootste metropool van Wallonië. Er is zoiets als de belangrijke assen ABC (Antwerpen, Brussel, Charleroi) en LNCM (Luik, Namur, Charleroi, Mons). Het vliegveld, Brussels South officieel, wint steeds meer aan populariteit. Al na 5 jaar steeg het aantal boven het miljoen, vandaag bereikt men al bijna 7 miljoen passagiers. Wist je dat Charleroi lange tijd het dichtste spoorwegnetwerk ter wereld had? De aanwezigheid van de vele fabrieken was daar niet vreemd aan.
Leegloop doen stoppen
Het centrum van Charleroi had ooit 24 000 inwoners. Dat daalde op 50 jaar tijd naar nog ca. 10 000. Om een verdere leegloop te stoppen is men nu bezig om de stad terug leefbaar te maken. Vandaar dat zowat 35% van de stadskern anno 2016 eruitziet als een grote bouwwerf. Wou men naar een evenement, dan gingen de inwoners wel naar Mons of Namur. Vandaar dat men die mensen in Charleroi zelf culturele evenementen wil kunnen aanbieden. Daartoe worden wat voorheen parking of een rond punt was omgevormd tot een plein of open ruimte.
Van industrie naar toerisme
Charleroi mag dan al wat pluimen verloren hebben als industriële stad door bijvoorbeeld het sluiten van de steenkoolmijnen, de tanende staalindustrie. De industrietakken die in een niet zo ver verleden zorgden voor bloei en ontwikkeling worden nu aangewend voor toerismedoeleinden. Het Bois du Cazier is daar als museasite het beste voorbeeld van. Maar evenzeer zijn er tal van initiatieven om van dat industrieel erfgoed een andere dimensie te geven zoals het omvormen van spoorlijnen tot fietspaden. Het Ravel fietsnetwerk is daar een mooi bewijs van. Sommige van de overgebleven mijnterrils worden gebruikt voor culturele evenementen zoals het Festival Panorama in juni.
De Samber heeft een grote rol gespeeld bij de bloeiperiode van de industriële ontwikkeling. Nu die rol grotendeels is uitgespeeld, gaat men de Samber méér in het stadsbeeld 'embedden'. Langs de oevers van de Samber zullen wandelpromenades aangelegd worden. Nieuwe woon- en kantoorcomplexen zullen verrijzen en er zijn nog andere bouwkundige projecten die gebruik zullen maken van de ruimte langs de Samber.
Om het nog even bij het water te houden. Er zijn concrete plannen om een fietspad te creëren die verbinding zal geven met Lac de l'Eau d'Heure, zowat 30 kilometer naar het zuiden.