Alentejo is de regio die je doorkomt als je van Lissabon naar de Algarve reist. Die beslaat bijna een derde van Portugal. Het is de streek ‘achter de Tejo’ (rivier de Taag) waarmee de naam is gefileerd. Een aangenaam klimaat, gastvrije inwoners, wondermooie landschappen, wijngaarden à volonté, een lekkere keuken, pittoreske stadjes waarvan sommige op de Unesco-werelderfgoedlijst, ruimte en mogelijkheden zat voor outdoor activiteiten, en we vernoemen ook uiteraard die heerlijk lange kustlijn. Redenen genoeg toch om kennis te maken met Alentejo? We proberen die voor jou in 8 tips te bundelen.
Tip 1. Weidse rust in gevarieerde natuur
De Alentejo doorkruisen zal het je snel laten merken. Dit deel van Portugal is een parel qua natuurpracht, vaak nog zo goed als ongerept. Ten noorden vloeit de Taag, zuidelijk ligt de Algarve, ten oosten is Spanje de gebuur en westelijk zit je met de voeten in het water van de Atlantische Oceaan. Voor elk wat wils met een kustlijn die soms al wat grilligheid vertoont en de bergtoppen van het natuurpark in de Serra de São Mamede. Wat een leuk vakantiegevoel om je lekker lang voort te bewegen dwars door uitgestrekte graanvelden, wijngaarden, olijfbomen, langs groene golvende heuvels bezaaid met kurkeiken. En verkoeling zoek je in het Alquevameer of in het het rivierdal van Rio Guadiana. Dat in deze prachtige regio maar weinig mensen wonen, zal je niet storen, integendeel. Het laat je toe om nog méér één met de natuur alle aspecten van Alentejo te leren ontdekken.
Tip 2. Mild, warm, beetje nat maar vooral zon
Tijdens de zomer is het warm, soms heel warm (juli en augustus gemiddeld ca. 30°C, de lente is zeer mild, de herfst kent eerder gematigde temperaturen terwijl het in de winter nat kan zijn en de gemiddelde temperatuur in de maanden december en januari nog een vijftal graden Celcius bedraagt. Maar de zon schijnt veel, en dat maakt veel goed.
Tip 3. Authentieke witte dorpjes
Op vakantie wil je al eens een citytrip doen, maar vaak zoek je ook dat aangenaam gevoel om in dorpjes of stadjes op eigen tempo te kunnen rondwandelen. Dan moet je in de Alentejo beslist naar die ‘witte’ dorpjes. Wit omdat de huizen er in een witte verflaag gestoken zijn, laag zijn, smalle kleine ramen hebben om zich zo goed als mogelijk te beschermen tegen de té felle zon. Het dorpje met de mooiste ligging moet Marvão zijn, zowat 850 meter hoog in het natuurpark van Serra de São Mamede. Er staat daar ook een kasteel.
Tip 4. Menhirs, azulejo’s, kastelen, marmergroeven, quinta’s, stranden …
Menhirs zie je dus niet alleen in Stonehenge maar evengoed in de Alentejo, vooral dan in en rond Guadalupe. Je vindt er ook in Montemor-o-Novo. Azulejo’s, de geglazuurde tegels, waren er al in de 15de eeuw. In een tableau lijken ze wel een schilderij. Je vindt ze werkelijk overal. Waar je ook komt, het lijkt wel of er overal een kasteel en/of klooster ooit werd neergepoot. Plaatsjes als Évoramonte, Estremoz, Elvas, e.a. hebben er zo één. Je kan niet overal zomaar een marmergroeve bezoeken. In Borba kan het wél. De marmergroeven van Borba kan gerust een verrassende uitstap opleveren.
Een quinta is een boerderij. Hoe fantastisch is het om lokale producten op de boerderij zelf te gaan proeven? Iemand een schapenkaasje proeven? Sommige zijn een wijnboerderij met de productie van muskaat- en andere wijnen. Voor prachtige stranden, mooie kliffen moet je in Zambujeira do Mar zijn maar ook deze kustplaatsen worden graag bezocht: Vila nova de Milfontes, Almograve, Bordeira, Arrifana.
Tip 5. Het water en de sterren
Het stuwmeer van Alqueva is ca. 250 km², aangelegd voor irrigatie, watertoerisme en de omgeving staat bij de astro-toeristen bekend als dé plaats om te genieten van een wat heet ‘zevende hemel ervaring’. Alentejo ontving immers als eerste ter wereld het label ‘Starlight Tourism Destination’, erkend door Unesco en UNWTO. Deze plek aan het Alqueva-meer en de omgeving (Alandroal, Barrancos, Moura, Mourão, Monsaraz, …) leent zich uitstekend om met het blote oog een sterrenhemel te zien om u tegen te zeggen. Het draagt het label van Dark Sky Reserve of Starlight Tourism Destination. De verlichting wordt er zelfs speciaal naar aangepast.
Tip 6. Maak kennis met toeristische toppers Évora, Elvas, Beja, …
Ook de Alentejo heeft zijn plaats op de Unesco Werelderfgoedlijst. Évora is zelfs nog de oude hoofdstad van Portugal geweest en nu de na Lissabon belangrijkste toeristische ‘trekker’ van Portugal. Je moet er zeker de kathedraal gaan bekijken en andere kerken, de restanten van een Romeinse tempel, de torens van Sé, de vele andere bezienswaardige monumenten, de pleintjes, de fraaie gevels van statige herenhuizen, het knekelhuis Capela dos Ossos of gewoon ronddwalen in de wirwar van straatjes. Elvas heeft goed bewaarde vestingen waar je op en langs kan wandelen, er is een aquaduct en in de oudste stadskern is de Igreja de Nossa Senhora da Assunçao (kerk met een verhaal) bezoeken een must voor haar azulejos en het marmer.
Tal van steden hebben naast andere toch één bepaald aantrekkingstroef. Beja en haar kasteel, Vila Viçosa is de kerkenstad (22!), Estremoz de witte marmerstad, de Moorse wijk van Moura, het gezellige Serpa met witte huisjes, bebloemde gevels, de kasteeltoren.
Tip 7. Wandelen in kleine paradijsjes
Je hoeft het niet altijd rustig aan te doen in de Alentejo. Ben je een actief bezig bijtje, dan zullen de honderden kilometers aan wandelwegen een zegen betekenen. Zo is bijvoorbeeld de Rota Vicentina een bekende wandelroute van ruim 400 km lang. De Fishermen’s Trail is een avontuurlijke wandeltrack langs de kust met kliffen, veel zand, fantastische vissers- en andere paradijslijke plekjes. Geen ander verkeer dan wandelverkeer is er toegelaten. En zie je liever kerken, landhuisjes, wil je liever legendes en verhalen ontdekken van de kleine dorpen langs oude pelgrimswegen, dan zet je aan op de Historical Way.
Tip 8. Gastronomie, ambachten
Neen, Alentejo heeft niet een plek op de wereldkeukenkaart. Je kan er wel eenvoudige gerechten krijgen, bereid met dagverse producten van de streek. En er is de wijn die beslist naar meer smaakt. Alentejo verdient immers hoe langer hoe meer zijn sporen als wijnproducerende regio. Meer info op hun website. De kurkeiken die je op vele plaatsen ziet in Alentejo worden ‘gestript’ om te verwerken in heel wat gebruiksvoorwerpen. Daarnaast heb je de olijven en olijfolie. Wij wisten het niet, maar Arraiolos is heel bekend voor zijn handgeknoopte tapijten, volgens eeuwenoude tradities geknoopt van eigen schapenwol. Misschien vind je er wel één want ze liggen in de grote paleizen over de ganse wereld.
Foto: Shutterstock.com