De ligging van Cascais is fantastisch, ten westen van Lissabon iets voorbij Estoril, aan de mooie Costa do Estoril. De baai, de mooie stranden, de huisjes met bontgekleurde daken, de blauw-wit gestreepte vuurtoren. Het roept de sfeer op van het oude vissersplaatsje dat Cascais ooit was, lang vóór de toerismestroom op gang kwam. Het enige overblijfsel van dat verleden is dat er nog dagelijks om 17.00 u een visveiling plaatsvindt.
Heb je liever oog voor luxueuze villa’s, dan moet je niet ver zoeken. Op verschillende plaatsjes zal je kleine paleizen, residenties en herenhuizen zien. Nog steeds is het de gewoonte dat de president van Portugal hier wel eens zijn zomervakantie doorbrengt. Het paleis Cidadela heeft ooit, weliswaar in een ander uitzicht, gediend als fort om zich te verdedigen vanuit zee. Nu heeft het paleis een culturele functie. Je kan het bezoeken.
Je kan een drietal kerken in waarvan de Igreja Nossa Senhora dos Navegantes eruit springt door de barokstijl. Cascais beschikt ook over een museum met Portugese kunstwerken.
Zeilen is enorm populair in Cascais. Misschien een knipoog naar het verleden toen van hier uit ontdekkingsreizigers het vasteland verlieten om nieuwe horizonten en werelden te ontdekken.
Vanuit Cascais kan je via een kustweg naar Boca do Inferno (mond van de hel). Geen schrik van steile afgronden? Dan moet je je beslist eens wagen tot bij deze kloof. Maar wees wel voorzichtig, als de zee wild tekeer gaat, dan beukt het water stormachtig tegen de rotswanden en veroorzaakt daarbij een ‘kreunend’ geluid.