Dit natuurpark is door de Spaanse wetgeving al beschermd sedert 1988 maar geeft toch heel wat mogelijkheden voor de bezoekers. Er zijn heel wat wandelpaden en er is de bekende fietsroute Via Verde die de Sierras Subbéticas doorkruist. In het natuurpark van bijna 32.000 hectaren liggen ook kleine gezellige dorpjes met als bekendste Priego de Cordoba, Zuheros en Rute.
Schrik niet maar dit gebied is vooral bekend bij ornithologen (vogelkenners) voor zijn gieren, slechtvalken en steenarenden. Geen nood als je liever naar de grond kijkt want ook daar kom je aan je trekken. Er is een heel rijke fauna (o.a. wilde geiten en vossen) en flora met een rijke variatie aan eiken, mossen en zeldzame orchideeën. Dit maakt de Sierra Subbética zo uniek in Andalusië en zelfs geheel Spanje. Maar misschien het meest opvallend zijn de vele olijfgaarden.
Wandelroutes in de Sierra Subbética
Als je één wandelroute niet mag missen dan is het die in Zuheros met de spectaculaire hangbrug. Niet gevaarlijk maar toch een belevenis apart. Het is steeds aan te bevelen om de routes op te vragen in het hotel want de trajecten wisselen nogal eens. Wij mochten genieten van een luswandeling van ongeveer 4 uur die ons ook langs de vleermuizengrot bracht. Maar een wandelroute is in tegenstelling tot de fietsroute steeds sterk klimmen en dalen. Neem daarom steeds water mee en bescherming tegen de zon.
Fietsroute Via Verde del Aceite
Het is een geasfalteerd pad dat ca. 60 km lang door de Sierra Subbética loopt en ook langs Zuheros loopt. Er zijn geen zware hellingen want het volgt een oude spoorlijn. De Via Verde loopt daardoor ook niet door het dorp Zuheros want dat ligt op een helling. Deze fietsroute in Andalusië is gewoonweg prachtig. Ze brengt je langs oude treinstations, viaducten en tunnels met tussendoor een zeer wisselend panorama. Op de kaart van de Sierra Subbética is ze aangeduid met een rode lijn.
Deze route draagt de naam 'Via Verde del Aceite' en is in totaal ca. 120 km lang. Start in Jaén en eindigt in Moriles. Kaart van de complete route.
Meer info over deze Via Verde.
Belangrijk om weten is dat dus geen lus is. Wat je heen fietst moet je terug als je logeert op één locatie.
Een beetje geschiedenis over de Via Verde del Aceite
Die spoorlijn, waar nu het traject van de Via Verde loopt, kwam tot stand om Jaén te ontsluiten en een verbinding te geven met de andere lijnen in Andalusië. Het eerste idee werd gelanceerd in 1852. De werken werden gestart in 1881 en het heeft geduurd tot 1893 vooraleer Jaén verbonden werd met Cabra. De lijn kreeg de naam 'Tren del Aceite' en vervoerde hoofdzakelijk olijfolie in tankwagens. In mindere mate werden ook steenkool en metalen vervoerd naar de haven van Malaga. Omdat het geen groot succes was en de economie door de spoorlijn niet opleefde zoals ze gehoopt hadden, werd ze buiten werking gesteld in 1936. Tijdens de Burgeroorlog, 1936-1939, werd het nog een beetje gebruikt maar er waren ongevallen en de snelheid lag te laag door een gebrek aan onderhoud. Maar daar bleef het niet bij, er werden nog pogingen ondernomen, o.a. voor personenvervoer. Het doek viel definitief in 1985. Vanaf de eeuwwisseling is beetje bij beetje deze lijn ingericht als Via Verde.
Zuheros
Zoals zo vele dorpjes kan je hier ook spreken van een wit dorp met een wirwar van smalle straatjes. Maar toch wel een dorp met een heel bijzondere ligging, het kleeft als het ware tegen de rotsen van de Sierra Subbética. En het kasteel (ruïne) zal je meteen opvallen. Maar Zuheros is bekend voor zijn vleermuizengrot, de Cueva de los Murciélagos (4 km buiten het dorp). Deze grot is een druipsteengrot zoals wij kennen bij ons in de Ardennen maar heeft zijn naam gekregen doordat er vleermuizen in overwinteren. Zuheros is veelal een uitvalsbasis om wandelingen te maken in het natuurgebied en als etappe voor de fietsroute Via Verde. In het dorp is er ook nog een museum over de opgravingen uit de regio, vooral uit de grotten.
Priego de Cordoba
Priego de Cordoba is de hoofdstad van de Andalusische barok met verschillende bezienswaardigheden, zoals tal van charmante pleintjes en portieken, vier schitterende kerken en een Arabisch fort. Een kerk die je zeker bezocht moet hebben is de 'Iglesia de la Asuncion', die een wondermooie kapel 'El Sagrario' bezit. Ook Priego de Cordoba heeft haar witte wijk, namelijk Barrio de Villa. Deze wijk ligt achter die parochiekerk die we hebben aanbevolen. Een andere aanbeveling is de fontein aan de Calle del Rio: de Fuentes del Rey y de la Salud. Ze bestaat uit twee delen waarvan het oudste gedeelte dateert uit de 16e eeuw (met het tempeltje) en het meest recente (met de wagen) uit de 19e eeuw. Zoals we al eerder melden zijn bronnen typisch voor de Sierra Subbética.
Tip: als je van Priego terugkeert naar Zuheros, neem dan eerst de richting van Cabra (A339), op het hoogste punt van dit natuurgebied, kan je genieten van een zeer mooi uitzicht. Op diezelfde plaats ligt het Ermita Virgen de la Sierra, een heiligdom. Om het mooiste stuk te zien moet je op de A339 afslaan en dan nog 7 km rijden. Er staat een wegwijzer naar Ermita Virgen de la Sierra. De weg (CP115) is smal naar de top en niet aan te raden voor grotere campers (kruisen is moeilijk), anderen hoeven geen schrik te hebben, deze omweg loont echt de moeite.
Rute
Rute is de stad van het bekende anijsdrankje. Er zijn tientallen bars waar je deze drank kan degusteren. Je zal wel merken aan het alcoholgehalte dat je niet alle bars moet bezoeken. Misschien is het wel beter het 'Museum van de Anijs' met een bezoekje te vereren. Heel bijzonder in Rute is het opvangcentrum voor ezels, Adebo. Je kan dit bezoeken en zelfs een ezel adopteren.
Jaén
Vanuit je verblijfplaats is het eveneens maar een korte verplaatsing naar Jaén (70 km). Het stadje heeft een magistrale kathedraal uit de 16de eeuw, een kasteelruïne van waar een fantastisch uitzicht zich ontplooit, een Joodse wijk, hier en daar een paleisje en één van de grootste parken van Andalusië. Dus is het vast en zeker een goed idee om er enkele uren te vertoeven. Wist je dat Jaén de grootste producent van olijfolie is wereldwijd?