Whitstable was sinds de middeleeuwen een belangrijke vissershaven met Canterbury als belangrijkste afzetgebied van de vangst. Nu nog meren een tiental vissersboten regelmatig aan. Het stadje kreeg vooral faam voor haar schelp- en schaaldieren die wereldwijd geëxporteerd werden, de oesterteelt floreert er nog altijd.
Langs de kade zie je traditionele zwarte houten vissershutten, door de vissers gebruikt als stockageplaats. Proeven van de schelp- en schaaldieren doe je op de vismarkt of in de piepkleine Wheelers Oyster Bar in High Street.
Je kan vanuit Whitstable een boottocht maken met de Greta naar een windpark en enkele zeeforten in de monding van de Theems. De Red Sands Seaforts werden op palen boven het zeeoppervlak gebouwd en dienden Duitse vliegtuigen en V-bommen te onderscheppen op weg naar Londen. Whitstable Castle en park zijn vrij toegankelijk.
Harbour Street en High Street zijn gezellige winkelstraten met kunstgalerijen en vintagewinkeltjes, maar ga ook eens op zoek naar enkele befaamde smalle steegjes, eertijds gebruikt door smokkelaars van tabak en sterke dranken. Squeeze Gut Alley is zo smal dat je moeilijk een tegenvoeter kan kruisen.
Vanuit Whitstable kan je naar Canterbury fietsen langs de “Crab and Winkle Way”, een pad dat grotendeels loopt over de vroegere spoorlijn (12 km). Lunchtip: Pearson’s Arms, 18e eeuwse pub, gelegen aan een typische slipway (the Horsebridge) gebruikt om met paarden naar de schepen in zee af te dalen. Lees er meer over op hun website www.pearsonsarmsbyrichardphillips.co.uk