Weetje over Tapas
De Spanjaarden aperitieven anders dan ons. Elk tijdstip is goed en hier geen flauwe borrelnootjes, chips en dergelijke maar héérlijke tapas. Het is een dagelijks ritueel: een lekker hapje, een vino, cava, cerveza, en goed gezelschap. Bestel je enkel een glas, dan wordt vaak ongevraagd een schoteltje olijven aangeboden. Voor de échte tapas (raciones) moet je uiteraard betalen. Sommige zijn meesterwerkjes. De oorsprong van de tapas ligt in het zuidelijker gelegen Andalusië. Om een wijnglas te beschermen tegen vliegen of stof werden geen bierkaartjes gebruikt maar een plakje ham of kaas. ‘Tapar’ betekent afdekken, vandaar dus. Een tapasbar, is dus méér dan een café bij ons. Welke de beste zijn? Elk zijn smaak natuurlijk. Ontdek ze liever zelf, je zal zien, je zal de gewoonte van de tapas snel overnemen.
Overigens, de stad is doorspekt met winkels, niet alleen slagerijen, waar worsten en ham worden aangeprezen. Jamón is een woord dat je dikwijls in het straatbeeld zal opmerken. Af en toe vindt je zelfs een ‘jambon museum’. Jamón serrano, ibérico, chorizo, … laat het je vooral smaken.
Monasterio de las Descalazas
Opgericht door Juana van Oostenrijk, wiens tombe in de hoofdkapel zich bevindt. Je kan er een mooie verzameling religieuze kunstvoorwerpen bekijken. Eerst diende dit in de 16de eeuw opgetrokken gebouw als paleis, daarna als kloostergebouw dat open stond voor nonnen uit welopgevoede en gefortuneerde families, voor de ‘descalazas’, letterlijk ‘ongeschoeide koninklijke dames’. Zij brachten bij de intrede kunst mee en onderhielden nauwe contacten met koningshuizen en hoog aangeschreven families. Zo wisten zij een rijke collectie voorwerpen en kunst te verzamelen. De staatsietrap dateert nog uit de periode toen het een paleis was. Op woensdag en donderdag, telkens vanaf 16.00 u kan je er als EU-bewoner gratis binnen op vertoon van je identiteitskaart.Individueel is het niet te bezoeken omdat er telkens een beperkt aantal personen wordt toegelaten, vandaar dat er enkel begeleid bezoek is. Meer info www.patrimonionacional.es Klik door naar ‘real-sitios’, vervolgens naar ‘monasterios’.
Edificio Telefónica
Je hebt het bovenste deel al zeker gezien toen je uit de Calle de Valverde kwam. Om een goed overzicht te krijgen op deze wolkenkrabber zal je best even de Gran Via over moeten steken. Het was de allereerste wolkenkrabber van Madrid (1929), ontworpen door een Amerikaan. De Spaanse telefoonmaatschappij bekostigde de bouw ervan, vandaar de naam.
Iglesia San Anton
Wist je dat je in Madrid een kerk kan binnengaan … 24 u op 24? De Iglesia San Anton stelt inderdaad onafgebroken haar deuren open. Aan de ingang kan je gratis je dorst lessen aan een drankfonteintje. Voor koekjes, groenten en sardientjes in blik moet je geld in de automaat steken. Je kan er een koffie drinken, er is gratis WiFi en er zijn op schermen uitzendingen van TV-Vaticaan en honden mogen er met het baasje mee naar binnen.
Basilica de San Francisco el Grande
Ooit zou Franciscus van Asisi hier op deze plek een klooster hebben gesticht, later gesloopt. Maar de naam is behouden. Opgetrokken in neoklassieke stijl. Voor veel Madrilenen wordt de basiliek nog immer beschouwd als belangrijkste kerk. De enorme koepel is een opvallende verschijning, 56 m hoog, 33 m doorsnede. Schilderijen over het leven van Franciscus. In eerste kapel links werk van Goya, ‘De Preek van San Bernardinus van Siena’, herken je de man in het gele jasje? Het zou Goya zijn. Je vindt hier ook werken van Ribera, Zurbarán.