Globaal genomen kun je stellen dat het grootste gedeelte van de Kempen in het noorden van de provincies Antwerpen en Limburg ligt. In Nederland wordt de noordelijke grens van de Kempen gevormd door de denkbeeldige lijn tussen Bergen-op-Zoom, Eindhoven en Weert.
De benaming Kempen zorgt, zoals veelal het geval is, voor controverse. Sommigen houden het bij Campania, wat woeste vlakte zou betekenen, en dat later vervormd werd tot Campinia. Andere bronnen vermelden Campanie en Cempinne. Ook taalkundig is men er nog altijd niet uit of de benaming Kempen nu als meervoud of als enkelvoud moet gebruikt worden. Door het grote aantal verschillende indelingen lijkt het wel verantwoord om de Kempen in zijn meervoudsvorm te gebruiken; al zal de discussie “de Kempen zijn of de Kempen is” nog wel even blijven voortduren.
Eén ding is zeker: de Kempen is een groene regio: ondanks de verstedelijking en verkavelingen bleef nog veel groen over. Denken we maar aan de Antwerpse Kempen met zijn diversiteit aan landschappen. Rond de stad ontstond een brede gordel met talrijke kasteeldomeinen. De notabelen uit de stad kochten grote hoeven aan en lieten deze ombouwen tot kasteeltjes, de omliggende landerijen werden naargelang de mode van de tijd omgevormd tot parken in Franse of Engelse stijl. Een aantal van deze hoven of huizen van playsantië kwamen de voorbije eeuw in handen van de overheid. Ze werden opengesteld voor het publiek dat er dankbaar gebruik van maakt.
De parkbeleving blijft tegenwoordig niet beperkt tot de vroegere hoven van playsantië. Ook de militaire domeinen zoals de forten en versterkingen worden meer en meer omgevormd tot recreatieve ruimtes. Denk hierbij aan de fortengordel rond Antwerpen en de versterkingen zoals de antitankgracht. Daarnaast is er een nieuwe trend om ook begraafplaatsen een bestemming naar zachte recreatie te geven. Dit is onder andere reeds het geval op het Schoonselhof in Hoboken en Sint-Fredegandus in Deurne.