Museum voor Schone Kunsten (Le Musée des Beaux-Arts)
Het Museum voor Schone Kunsten is een bezoek meer dan waard niet alleen voor de inhoud van maar ook voor het gebouw zelf. Een ontwerp van Henri Lacoste, een leerling van Dit is het enige museum dat Victor Hugo ooit heeft ontworpen. Rond een rotonde vind je vijf zalen. Via het glazen dak is er veel natuurlijke lichtinval. Het museum beschikt over een uiterst waardevolle collectie kunstwerken (o.a. Vlaamse Primitieven en impressionisme). Zo zie je er twee originele doeken van Edouard Manet (Argenteuil en Chez le père Lathuille) en de enige pentekening die Vincent Van Gogh ooit heeft verkocht (de rest schonk hij weg). Unieke werken zijn dit. Je vindt er ook Pieter Brueghel, Pieter Paul Rubens, Jacob Jordaebs e.a. Claude Monet en Van Gogh, maar ook Breugel, Rubens, Jordaens en Van der Weyden (in Wallonië gekend als De la Pasture).
Hier stond vroeger de abdijkerk. Alhoewel Horta het museum mocht ontwerpen is het veel soberder uitgevallen dan dat hij eigenlijk voor ogen had. Een belangrijk deel van de collectie werd geschonken door de Brusselse kunstverzamelaar Van Cutsem.
Het standbeeld met het vrouwenlichaam bij de ingang is een werk van Georges Grard. Dezelfde beeldhouwer maakte ook de Dikke Mathilde in Oostende.
Kijk ook eens (frontaal opgesteld gericht naar toegang) naar links. Het achterliggende gebouw links is een mooi voorbeeld van wat Henri Lacoste, leerling van Victor Hugo, in Doornik achterliet aan art déco gebouwen. Diezelfde Lacoste liet ook een deur na in Doornik.
Folkloremuseum (Le Musée de Folklore – Maison Tournaisienne)
Het loont zeker de moeite om dit museum te bezoeken. Het leven zoals het was tussen 1800 en 1950 wordt er in 23 zalen in detail getoond. Alle levensfasen komen aan bod. Je vindt er nagebouwde werkplaatsen van oude ambachten maar ook Doorniks porselein. Er wordt ingegaan op de feesten, carnaval, de mode enz. Een maquette van Doornik onder Louis XIV kan je bezoeken op de hoogste verdieping. Trouwens het gebouw zelf uit de 17de eeuw ademt één en al geschiedenis uit.
Bijzonder is het verhaal hoe dit museum tot stand kwam. Stichter was Walter Ravez, een gevelbord op een zijgevel van het museum waar je net onder de doorgang passeerde.
De Tweede Wereldoorlog was ten einde. De bevolking moest ten node opnieuw het leven op de rails brengen, de woningen herstellen, …De nog bruikbare huismeubelen werden bewaard, de rest werd op straat gezet. Toen kwam Walter Ravez met het idee op de proppen om die meubeltjes, huisvoorraad, gereedschap, voorwerpen allerhande te gaan verzamelen. Het bleek de start te zijn van het museum. Lang kon hij er niet van genieten want hij overleed in 1946.
Le Centre de la Marionnette de la Fédération Wallonie-Bruxelles
Dit Museum van Marionnettenkunst toont niet minder dan 2500 poppen in alle vormen vanuit alle hoeken van de werelden en elk jaar vergroot het zijn collectie. Het museum is gevestigd in een herenhuis waarvan de prachtige draaitrap bij het betreden óók zeker en vast je aandacht zal trekken. Kleine zalen tot een paar verdiepingen hoog met marionetten, je vindt het in weinig andere musea. Bovendien is dit een echt marionettencentrum want behalve de permanente tentoonstelling organiseert dit museum ook tijdelijke aan thema gebonden exposities, voorstellingen met poppen, verjaardagsfeestjes met de marionetten als rode draad, workshops rond marionetten, een familiespel (permanent mogelijk) en jaarlijks een festival van marionettenkunst. Meer details op www.maisondelamarionnette.be
Museum van het wandtapijt (Musée de la Tapisserie – TAMAT)
Het Museum voor de Tapijtweef- en Textielkunst vertelt je alles over de Doornikse wandtapijten vanaf de 15de eeuw tot nu. Dit is een topmuseum in zijn specialisatie. Binnen het museum, dat ondergebracht in een neoclassicistisch huis, is het TAMAT gevestigd, het Centrum van de Tapijtweefkunst. Dat zorgt voor het behoud en vrijwaring van het tapijt- en textielerfgoed niet alleen uit Doornik maar gans de provincie Henegouwen. Meer info op www.tamat.be
Natuurhistorisch museum en Museum voor geschiedenis en decoratiekunst
Le Musée d'Histoire naturelle et Vivarium & Le Musée d'histoire et des Arts décoratifs (Musée de la porcelaine) zijn twee aparte musea.
Het Natuurhistorisch museum (toegang via plein voor stadhuis) is ondergebracht in een neoklassiek gebouw uit de 19de eeuw en herbergt duizenden (opgezette) dieren. Er zit aan veel van die dieren wel een verhaal vast.
Het Museum voor geschiedenis en decoratiekunst is ondergebracht in een bijgebouw van de St-Maartenabdij. Hier moet je vooral zijn voor het Doorniks porselein. Het zou de grootste en meest waardevolle collectie bezitten. Daarnaast zijn er ook nog veel muntstukken aanwezig want Doornik heeft ook munten geslagen voor andere regio's dan zijn eigen bisdom.
Museum voor Archeologie (Le Musée d'Archéologie)
In Doornik zijn bij bouwwerken reeds enkele historische sites blootgelegd waarmee kon worden aangetoond dat Doornik behoort tot de oudste steden van België (dé oudste volgens de inwoners). Die opgravingen leveren uiteraard nogal wat materiaal op dat onder meer in dit museum is tentoongesteld. Maar er is dus ook een grote verzameling voorwerpen te zien van andere archeologische vondsten van de prehistorie tot de middeleeuwen. Topstukken zoals loden sarcofagen uit de Gallo-Romeinse (1e eeuw v.C. tot ca. 400) en een tombe van de ‘Saksische prinses’ uit Merovingische periode (400 tot ca. 850 n.C. uit de Sint-Brixiuswijk) zijn erkend als ‘Schat van de Federatie Wallonië-Brussel’. Vooral over die laatste tijdsperiode is in België weinig terug te vinden in musea behalve hier dus in Doornik.
Wat je hier ook kan vinden, zijn kopieën van de gouden bijen uit het graf van Childerik (zie ook onder letter A) en een reproductie van het skelet van zijn paard.