Grote impressionistische meesterwerken als trekpleister
Musée d'Orsay Parijs toont de geschiedenis van de westerse kunst tussen 1848 en 1914. Je vindt hier vooral erg veel Franse kunst uit de 19e eeuw. Het museum staat bekend om haar geweldige collectie impressionistische kunstwerken. In het museum hangen werken van een groot aantal impressionistische kunstschilders, zoals Édouard Manet, Frédéric Bazille, Claude Monet, Renoir, Edgar Degas, Alfred Sisley, Georges Seurat, Paul Gauguin, Vincent van Gogh, Henri de Toulouse-Lautrec, Paul Cézanne en Henri Rousseau.
Andere beroemde schilders die in het museum vertegenwoordigd zijn, zijn onder andere Gustav Klimt, Edvard Munch, Piet Mondriaan, James McNeill Whistler en Odilin Redon. Ook vind je hier een groot aantal beeldhouwwerken en toegepaste kunst. Het museum toont bijvoorbeeld meerdere werken van Auguste Rodin.
State of the art station wordt museum
Als je een bezoek brengt aan Musée d'Orsay, kijk dan vooral ook eens naar de structuur van het gebouw. Veel van de originele constructie is behouden gebleven en de stijl van het oude 19e eeuwse spoorwegstation is nog duidelijk te herkennen.
Spoorwegmaatschappij Orléans kreeg vlak voor de Wereldtentoonstellinging in 1900 de toestemming om op de plek waar het vroegere Palais d'Orsay was afgebrand, een station te bouwen. Om het station te integreren in de chique omgeving, koos Victor Laloux er in 1898 voor om de gietijzeren constructie af te dekken onder bewerkte stenen. Uit de as van het voormalige paleis herrees een state of the art stationsgebouw, waarvoor de modernste technieken gebruikt werden: liften, hellingen, bagageliften, elektrische tractie enz. Het Gare d'Orsay was jarenlang hét voorbeeld, waarnaar andere stations werden gebouwd. Denk maar aan de Grand Central Terminal in New York.
In 1939 waren de perrons te kort voor de langere treinen die in gebruik werden genomen. Na verschillende functies, van postkantoor tot tijdelijk veilinghuis, besloot president Giscard d'Estaing in 1977 om er een museum van te maken. Architect Gae Aulenti vond het oorspronkelijke decor zo mooi, dat hij het glazen dak en de versieringen overnam in het museumontwerp.