Toen aartsbisschop Poppe in 1016 naar de stad kwam was dit het enige gebouw dat nog enigszins recht stond. Hij liet een dak over de binnenkoer leggen en had zo een mooie ruimte gecreëerd. Zo maakte hij er twee kerken boven elkaar, de inrit werd volgestort met puin van de vervallen stad en hij bouwde een brede trap die naar de eerste verdieping leidde. De onderste kerk was de parochiekerk en de bovenste was de kloosterkerk van St. Simeon.
Hij liet naast de poort het Simeonsklooster bouwen. Napoleon liet de kerken afbreken en gaf opdracht de Porta Nigra terug in zijn originele staat te herstellen. Behalve het Romaanse koor ziet die er nu uit zoals bij de oprichting. De Porta Nigra kan je bezoeken.
Basilika
Doordat Trier in 306 hoofdstad werd van het Romeinse Rijk moest het een troonzaal hebben. Van Keizer Constantijn moest alles zeer groot zijn, vandaar werd het het grootste gebouw uit de oudheid. De Porta Nigra gaat twee keer in dit gebouw. Het gebouw was nog dieper uitgehaald dan nu (de vloer is verhoogd), in de nis stond de hooggeplaatste troon. De wanden waren allen bekleed met marmer en er was vloerverwarming (marmeren vloer). De nis was versierd met mozaïeken.
Na het vertrek van de Romeinen kwam de Basilika in verval en werd ze voor allerlei doeleinden gebruikt. Tussen 1846 en 1856 werd ze hersteld en is nu nog steeds in gebruik als een Protestantse kerk.
Kaisersthermen
Aan de rand van de stad liggen de Kaisersthermen, als het ware in de tuin van het Keurvorstelijk Paleis. Dit tweede badhuis is een schenking van keizer Constantijn aan de bevolking. Het werd echter nooit afgewerkt want de keizer verliet Trier toen het in de ruwbouwfase stond. De thermen kunnen bezocht worden.
Amfitheater
Doordat het meer geplunderd werd dan onderhouden is er behalve de kelders maar weinig overgebleven. Met wat goede wil kan je je nog inbeelden hoe hier meer dan 20 000 mensen het spektakel bijwoonden. Pas in 1816 werd het opgegraven en kan nu bezocht worden, alle info op www.trier-info.de
Barbarathermen
Dit was het op één na grootste badhuis van het Romeinse Rijk. In tegenstelling tot de Kaisersthermen is dit wel in gebruik geweest. Vrij lang, tot ongeveer 400 jaar terug, stonden de gebouwen er nog. In de 17de eeuw werd het afgebroken om de stenen te hergebruiken voor een klooster. Nu nog kan je de restanten hiervan zien.