Stadswandeling Obernai
In de volledige reisgids (betalend) steekt een stadswandeling Obernai. Dan kom je langs alle belangrijkste bezienswaardigheden voorbij. De Markt met de Graanschuur, de Fontein Sainte-Odile. Er is het stadhuis, een belfort. De wandeling brengt je ook voorbij het Romaans Huis, de Place de l'Étoile.
Ook kom je op plekjes die iets bijzonders tonen: een waterput met 6 emmers, een stemmige binnenplaats waar de oudste delen dateren uit begin 15de eeuw. Wil je de wandeling doen, ga ze dan downloaden uit de volledige reisgids Elzas-Vogezen. Voor een klein bedrag krijg je die te uwer beschikking.
Wandelroute Obernai op kaart
Vestingen
De vestingen langs waar je wandelt liggen hier al van in de middeleeuwen. Opvallend, Obernai telt twee verdedigingsgordels. Eerst werd de binnenstad omcirkeld met een verdedigingsmuur van 1400 meter (1282) maar nauwelijks twee decennia later (beginjaren 14de eeuw) trok men een tweede muur op. Beide vestingen telden elk 4 poorten en enkele torens. ‘s Avonds werden de poorten hermetisch afgesloten. Naarmate de evolutie van het wapentuig werden de vestingen telkens beetje aangepast. Ten noorden en noordoosten van de stad werd de bedding van het riviertje l’Ehn omgeleid om zo een extra verdedigingsmiddel te bekomen. Op deze wandelroute lopen we een paar keer op of langs de vestingen.
Marktplein met de Graanschuur (Halle au blé) en de Fontein Sainte-Odile
Ben je hier op een donderdagmorgen, dan zal je hier op de wekelijkse markt kunnen rondstruinen tussen de kraampjes. Die markt vindt al sinds 1301 plaats. Op het marktplein vind je een paar bezienswaardige gebouwen naast de ‘gewone’ vakwerkhuizen: het stadhuis, een ‘belfort’toren, centraal een fontein, de Graanschuur .
Het gebouw met de witte gevel en het bordes is de Graanschuur. Het opschrift boven de deur verwijst daar naar (Halle aux Blés). Althans, dat was een van de functies. Halfweg de 16de eeuw, zo oud is het oorspronkelijke gebouw, werd hier nog in het openbaar dieren geslacht. Hier werd ook tol geïnd, presenteerden handelaars hun koopwaren en werd er dus ook graan verhandeld. Op de voorgevel prijkt het wapenschild van Obernai. Aan de rechterzijde kan je naast een soort torentje een runderkop herkennen, een verwijzing naar de slachtingen uit de beginjaren. Zie je in het bovenste torentje het klokje? Dat werd geluid bij het begin en het einde van de wekelijkse markt.
Sainte Odile is de patrones van de Elzas. De fontein (neo-renaissance) draagt haar naam. In 1904 is ze hier geplaatst naar aanleiding van de afronding van werken aan de waterleiding voor de stad. Deels gefinancierd door de lokale bevolking. Het boek is een verwijzing naar het mirakel toen ze, blindgeboren, bij het doopsel plots kon zien.
Stadhuis en belfort
De huidige aanblik in een neo-renaissance stijl is grotendeels deze na de verbouwingen in 1848. Delen van vroeger werden verwerkt in het balkon en de erker (begin 17de eeuw). Het interieur bevat een raadzaal (1609) die gebruikt werd als burgerrechtbank. Nu heeft de burgemeester er zijn bureau. Niet toegankelijk behalve op erfgoeddagen.
De toren valt inderdaad het meest op. En toch staat deze klokkentoren (Kapellturm) uit de 13de eeuw er wat verweesd bij. Ruim 6 eeuwen lang maakte die deel uit van een grote kapel waar de burgerij de mis bijwoonde omdat de parochiekerk buiten de stadsmuren lag. Maar deze Mariakapel werd in 1873 afgebroken. Enkel nog het koor is overgebleven (de kleine aanbouw). Er hangen nog 5 klokken in de toren die indertijd tevens diende als uitkijk- en wachttoren. Hij meet 60 meter hoog. Bemerk de vier prachtig in een balustrade uitgewerkte uitkijktorentjes met bovenaan kruisjes. Deze werden als een uiting van hoe goed het de stad verging op het einde van de 16de eeuw er pas aan toegevoegd.
Place de l’Etoile
Je wordt als het ware overdonderd door de veelkleurigheid van gevels en zeker de daken. Vooraleer je met meer aandacht naar de mooie vakwerkhuizen kijkt, tracht het je voor te stellen. Vanuit de richting waar je naartoe stapt tot op het plein liep een kanaaltje met enkele watermolens. Er bevond zich hier eveneens een wasplaats. Ook de vaten werden hier geijkt. Deze vaten dienden om de wijn in op te slaan. Wijn die verkocht werd aan onder meer Duitsland, Nederland en uiteraard in de regio zelf. De naam van het plein is ontleend aan een vroegere herberg met (huisnummer 7).
Kerk Saints Pierre et Paul
Er hebben hier reeds al wat kerken gestaan. Een romaanse (12de eeuw) moest plaats ruimen voor een gotische (15de eeuw) die op haar beurt werd vervangen door de huidige kerk. Deze Petrus- en Pauluskerk werd opgetrokken in een neo-gotische stijl in de tweede helft van de 19de eeuw, ingewijd in 1882. Het is één van de grootste kerken uit de Elzas. Bij de ingang heten Petrus (l) en Paulus (r) en de H. Maria je welkom naast ook de vele polychrome beelden.
Je ziet er in het koor schilderijen met voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament en een zeer mooi altaar. Beelden van heiligen, glas-in-loodramen eveneens met afbeeldingen van heiligen, apostelen, profeten, … Op één van de muren aan de rechterzijde staat Sainte Odile afgebeeld omringd door gelovigen. Links bevindt zich naast de doopvont een reliek met daarin het hart van Charles Freppel, geboren in Obernai en bisschop van Angers benoemd. Kijk ook omhoog naar de koepel met heiligen in vier groepjes. De preekstoel is uit eik in een gotische stijl. Het orgel (Joseph Merklin) dateert uit 1882.
Uitvalbasis voor excursies
Obernai is een uitstekende uitvalsbasis voor excursies. Wat dacht je van een uitstap naar Mont Sainte-Odile, een bedevaartsoord op een heuvel van 764 meter hoog. Op minder dan een halfuur rijden vanuit Obernai.
Een compleet andere invulling kan je doen met een bezoek aan le Struthof, op goed drie kwartier rijden vanaf Obernai. Dit voormalige concentratiekamp wekt boosheid op om zoveel gruwel die de Duitsers uitrichten op weerloze mensen. Een bezoek aan deze herdenkingsplaats doe je uit eerbied voor de meer dan twintigduizend slachtoffers.