Commanderie Sint-Jan
In de tijd dat mannen nog ridders waren en ondergoed droegen van gebreide metaaldraad telden die ridders, in afwachting van hun kruistocht, de dagen af in commanderijen. In de Commanderie Sint-Jan van Nijmegen verbleven meer bepaald de Johannieters. Maar het 13de eeuwse pand onderging talloze verbouwingen, vernietigingen en functiewijzigingen ... die ertoe leidden dat na de Tweede Wereldoorlog een antiquair vrij spel kreeg om de Commanderie Sint-Jan te verbouwen. Uiteindelijk werd ze zowat 40 jaar terug gereconstrueerd. Van het originele gebouw blijft jammer genoeg niet veel meer over.
Gelukkig is het nu de levendige thuis van een even bezienswaardige koffiebranderij, brouwerij, workshopcenter en proeflokaal voor artisanale producten. In hetzelfde gebouw kan je ook lekker tafelen op het terras van een restaurant. Mooi meegenomen, de dress code is er niet langer metalen ondergoed.
Latijnse School
In schoolagenda's tijdens de Renaissance stonden een pak minder taken dan vandaag. Zelfs in de Latijnse school. In deze voormalige laatgotische parochieschool van de St.-Stevenskerk waren de leerlingen vooral bezig met de klassieke talen, die zij leerden via de Griekse en Romeinse schrijvers. Vakken als economie en natuurkunde stonden niet op het programma. Naast Latijn kregen de leerlingen Gregoriaanse zangen, de kunst van de welsprekendheid en lessen hoe ze zich goed moesten gedragen. De Latijnse school van Nijmegen bood een goede basis voor een opleiding tot priester of een universitaire studie.
Na kritiek op het lesprogramma door de bevolking van Nijmegen nam het protestantse stadsbestuur de school over. De gevel blijft toch nog steeds herinneren aan de katholieke origine.
De Latijnse school als zodanig bleef bestaan in Nijmegen tot 1842. Daarna diende het gebouw onder meer als gymnasium, muziekschool, politiebureau en de Armenraad. Als pand raakte de Latijnse school steeds verder in verval tot ze in de jaren 1960 verantwoord werd gerenoveerd. De voorgevel van de Latijnse School biedt het oog heel wat: het stadswapen boven de hoofdingang, de Tien Geboden in het Latijn, en beelden van de twaalf apostelen.
Sint-Stevenskerk en toren
De katholieke oorsprong van de Sint-Stevenskerk gaat terug tot de 7de eeuw. Van de 13de tot de 16de eeuw werd deze kerk van de patroonheilige van Nijmegen uitgebreid in verschillende stijlen, onder andere met een indrukwekkende kooromgang. Volledig ingericht werd ze echter nooit. Eind 16de eeuw namelijk kwam ze in handen van de protestanten. De toren echter bleef eigendom van de gemeente, omdat hij een verdedigingspunt was. Het protestantisme, zoals geweten, weert franjes in kerken en daarom werd zoveel mogelijk religieuze goud en glitter voor de protestanten in veiligheid gebracht. Onder de relikwieën die moesten vluchten ook de arm van Sint-Stephanus. Wat daarna met de waardevolle bezienswaardigheden is gebeurd blijft een raadsel. Sindsdien zijn ze spoorloos. Ook de arm van Sint-Stepahnus. Raadpleeg de website voor de openingstijden: www.stevenskerk.nl
Kruittoren en Kronenburgerpark
De Kruittoren maakte deel uit van de oude stadsomwalling van Nijmegen. Het is een 15de eeuws gebouw van bijna 30 meter hoog. De muren zijn dik genoeg om weerstand te bieden tegen middeleeuwse kannonballen. Dat moest want zoals zijn naam verklapt zat hij vroeger volgestouwd met buskruit.
Het Kronenburgerpark kwam ons aan de oren via Vlaamse podia door de song 'Kronenburg Park' van Nijmegenaar Frank Boeijen en via de heisa toen hij die releaste. Prompt richtten boze Nijmegenaars immers een actiecomité op 'Popster ken uw Stad', simpelweg wegens een spelfout...
Het park strekt zich uit rond de voet van de toren die zich weerspiegelt in de natuurlijke parkvijvers. Het water in de vijvers is namelijk niet aangevoerd maar komt rechtstreeks uit de grond. Toen in de 19de eeuw cholera uitbrak, waren deze vijvers van vitaal belang als vers en gezond drinkwater. Het Kronenburgerpark werd in 1880 aangelegd door de Leuvense tuinarchitect Lieven Rosseels. Geruime tijd kreunde het onder een slechte reputatie als tippelplaats. Vandaag zijn de tippelaarsters uit het straatbeeld verdwenen en hoor je er enkel nog over in de song van Frank Boeijen.