Hoge Mote
Een 'mote' is een eenvoudige verdedigingsplaats, gebouwd op een heuvel en meestal omgeven door water. Ronse had er zo negen. De Hoge Mote is de enige die nog overblijft. De Hoge Mote zou dateren uit de 15de eeuw, maar nadien werd de woning verschillende malen verbouwd. Ze deed o.m. dienst als kanunnikenwoning, vredegerecht en later als woning van een textielbaron. Hij liet er zijn textielbedrijf Cambier-Robette aanbouwen. We komen er tijdens de wandeling langs. In die fabriek is nu het Must (Museum voor Textiel) ondergebracht.
Jean-Baptiste Mouroitplein
Aan dit plein staan er typische art deco woningen. Ze zijn allemaal opgetrokken in rode baksteen en zorgen voor een mooi harmonieus geheel. Toch is geen enkel huis hetzelfde. Op dit wandeltraject zal je nog meer voorbeelden zien van gebouwen in art deco en art nouveau. Verder op de wandelroute gaan we wat dieper in op de typische kenmerken van deze bouwstijlen. Wil je er zich nog verder in verdiepen dan kan je bij de toeristische dienst terecht voor een wandelroute die volledig in het teken staat van art deco.
Het beeld centraal op dit plein is van de hand van Rik Wouters (1913) en draagt de naam "Huiselijke zorgen". Het moet de dagelijkse zorgen van de huisvrouw uitbeelden. Het was Nel, de grote liefde van Rik Wouters, die model stond.
De Belleman, ‘Den Bluuten Pompier’ en de voormalige St-Martinuskerk
De Belleman in het Albertpark is een beeld dat verwijst naar de Fiertelommegang. Hij is de persoon die vooraan in de stoet loopt en de komst van het reliekschrijn van Sint-Hermes aankondigt. Nog in het Albertpark staat er een monument ter ere van de gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. Het beeld is een voorbeeld van de kunststijl van toen die de Franse naam droeg ‘style pompier’ omdat er nogal veel helmen voorkomen op de schilderijen in die stijl. Er was nogal wat kritiek bij de oprichting in 1923 omdat de vaandeldrager er halfnaakt staat afgebeeld. Daardoor kreeg dit monument de bijnaam ‘Den Bluuten Pompier’, een samenvoeging van ‘naakt’ en verwijzend naar de kunststijl ‘style pompier’.
Je ziet ook nog een tweede kerktoren. Dit is het overblijfsel van de oude Sint-Martinuskerk. De kerk is al lang niet meer in gebruik voor erediensten, laatst was het een garage. Het kerkschip daarvan kreeg een nieuwe functie en een nieuwe naam, de Passage. Het is nu een gezellige ontmoetingsplaats met een tearoom, winkelpanden en een fietsvriendelijke brasserie.
Station
Wil je de voorkant zien van het stationsgebouw? Ga dan naar de perrons want op het plein voor het station bemerk je de achterkant. Dit station komt van Brugge ('t Zand aan het Concertgebouw) en was het eerste stationsgebouw (1841) in België. Toen het Brugse station te klein werd en Ronse er dringend een nodig had, werd dat van Brugge steen voor steen afgebroken en hier opnieuw opgebouwd (1881). Het werd gerestaureerd in 1989 en 2001. De spoorlijn verbindt nu Ronse met Gent, vroeger liep deze nog door tot in heel eind in Wallonië.
Sint-Martinuskerk
Er is dus een oude (zie bij 'voormalige St-Martinuskerk) en een nieuwe Sint-Martinuskerk. De wijk omheen de kerk werd grotendeels gebouwd eind 19de eeuw. Dat was ook het geval met de Sint-Martinuskerk. Dit zuiver neogotisch gebouw bevat uitzonderlijk mooie glasramen. De kerk kan op zondag niet bezocht worden, wel op andere dagen. Meer info op www.ontdekronse.be