Grote Markt
Bij de kerk staat het standbeeld van Meester Ghybe, een middeleeuwse rare snuiter. Tiens, zit die niet verkeerd op de ezel? Het is symbolisch bedoeld, verwijzend naar enerzijds het graafschap Vlaanderen (de ezel) en de toen drie grote lakensteden G(h)ent, Yper en Brugghe (Ghybe). Vlaanderen werd verkeerdelijk (averechts) bestuurd, vond men. Vandaar dat meester Ghybe verkeerd op de ezel zit. En die kei? Die stelt het koppige Poperinge voor. De inwoners van Poperinge worden spottend ‘keikoppen’ genoemd.
Dodencellen
De ingang bevindt zich op de zijkant van het stadhuis, gebouw toeristische dienst. Neem het kleine deurtje naast de poort. Het is alle dagen open van 6 tot 22 uur. Als de toeristische dienst open is kan je ook via hun kantoor naar de Dodencellen.
In die twee cellen moesten de deserteurs uit het Britse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog wachten op hun executie. Een informatiepaneel roepen de gruwels op van deze bloedige periode aan de hand van voorbeelden. In de ene cel zie je nog krabbels die deze mensen in de muur krabden. In de andere cel zie je via beeldanimatie een wachtende soldaat, binnenkort zal ook hij vastgebonden worden aan de executiepaal op de binnenplaats. Die paal is er nu nog steeds, hij is wel een paar meters verplaatst.
Hoeveel ter dood veroordeelden hier gewacht hebben op hun executie is niet bekend. Wellicht zijn het er minder dan 25. Meer info: www.toerismepoperinge.be
Stadhuis
De stadsdiensten zijn in Poperinge al een paar keer verhuisd. Ze zaten in het ‘steehuus’, op café Groot St-Joris om tenslotte hier terug te komen in 1906 in dit gebouw met neogotische bouwkenmerken.
Sint-Bertinuskerk
De Sint-Bertinuskerk dateert uit de 15de eeuw en is absoluut een bezoek waard. Sint-Bertinus is de patroonheilige van Poperinge en tevens de toenmalige abt van de abdij van Saint-Omer, dat afhing van Poperinge. Saint-Omer ligt zowat 30 km verwijderd van Poperinge. De Sint-Bertinuskerk lijkt wel een museum. Er hangen overal infobordjes. Bij het binnenkomen, moet je je meteen eens omdraaien. Bewonder het doksaal in zuivere renaissancestijl. Tel de beelden maar eens. Je komt aan 13, de twaalf apostelen met Jezus Christus in het midden. Prachtig houtsnijwerk. Ook de andere kunstwerken in hout (vooral barok) vallen op. Ze dateren voornamelijk uit de 17de en 18de eeuw. Gelukkig werden de meeste gespaard tijdens beide Wereldoorlogen.
Daardoor kan je nu nog de schitterende preekstoel zien uit de 17de eeuw. Sta ook eens stil bij de prachtig gestileerde biechtstoelen. In de linkervleugel valt het Onze-Lieve-Vrouwaltaar op en het 18de-eeuwse Mariabeeld dat tijdens de jaren van de Sacramentsprocessie werd meegedragen. Rechts van het hekken moet je eens kijken naar de boom met een hangend kapelletje. De glas-in-loodramen vangen zeker ook je aandacht. Je herkent er niet alleen kerkelijke figuren in maar ook hoppluktaferelen. Lees er meer over op het infobordje nr. 23. De rechtervleugel is opgesmukt met een sierlijke baldakijn met op de top een vrouwenfiguur.
Talbot House
In het Talbot House, genoemd naar een gesneuveld Brits officier, kwamen de Britse soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog even op adem. Soldaat of officier, het maakte niet uit, iedereen was hier gelijk. Daarna moesten ze immers terug in de loopgraven zij aan zij gaan strijden. Het is ingericht als museum en B&B. De Engelsen zijn er perfect in geslaagd om de sfeer van toen op te roepen.
De ingang van het museum bevindt zich in de zijstraat (Pottestraat), de hopschuur van het Talbot House. Daar is er een hedendaags museum ingericht over de Eerste Wereldoorlog in Poperinge. Vooral de vraag hoe de inwoners van Poperinge om gingen met die plotse aandacht en die voortdurend bewegende mensenmassa’s.
Daarna breng je een bezoek aan het Talbot House zelf, ingang via de tuin. Met de tablet in de hand krijg je afbeeldingen te zien en spreekt je gids over hoe honderden soldaten per dag hier wat ontspanning kwamen zoeken. De beroemde piano is er nog steeds. In diezelfde ruimte kan je een Engelse thee krijgen. Deze ruimte was ook tijdens de Groote Oorlog alcoholvrij. Je verkenning eindigt boven op de derde verdieping waar de kapel van toen nog steeds integraal bewaard is gebleven (zeer steile trap).
De tuin is eveneens zo goed als mogelijk in zijn originele vorm gerestaureerd. Het grootste gebouw, nu een expositieruimte, was de vroegere wasplaats. Voor je binnengaat in de eerste zaal zie je nog een foto.
Meer info: www.talbothouse.be
Gasthuiskapel
Dit was een gasthuis in de 14de eeuw opgericht door volgens een legende drie zeer godsvruchtige vrouwen. Hier werden armen, zieken en reizigers opgevangen. Daarna werd het een tehuis voor zieken die lang bedlegerig waren. De oorspronkelijke kapel brandde af in 1588. In 1606 werd er een nieuwe kapel opgetrokken, die later nog wat werd aangepast. Maar het interieur van de ziekenzaal werd tijdens de Eerste Wereldoorlog vernield. De stad kocht de kapel aan en bouwde ze om tot een tentoonstellingsruimte. Het is een beschermd monument. Binnenin staat nog een prachtig barok altaar. Je loopt er ook letterlijk over de grafstenen van enkele zusters.
Nationaal Hopmuseum
Het museum is ondergebracht in de vroegere Stadsschaal waar hop gewogen, gekeurd en verkocht werd. Om veiligheidsredenen werd het volledig verbouwd maar de versterkingen zijn zeer goed verstopt. Het achterste deel waar de balie ligt is nieuw aangebouwd. Van daaruit verken je via een audiotour de drie verdiepingen. Startend op het derde verdiep (lift) met de geschiedenis van de hop om dan af te zakken naar de lagere verdiepingen: verbouwen en oogsten. Het is een multimediaal museum waar virtuele hoppersonages je begeleiden. Er is zelfs een heuse quiz in drie delen.
Meer info: www.hopmuseum.be (voordeelticket in combinatie met het Talbot House)
Bij het museum, op de binnenplaats, heb je de gelegenheid om een hopbier te drinken aan lage prijzen. Kies voor het Poperingse Keikoppenbier. Dat is een amberkleurig hopbier met een alcoholpercentage van 6,1%. Gebrouwen in Poperinge met hop uit Poperinge. Origineler kan dus niet. Vanwaar komt nu die naam? De inwoners van Poperinge dragen als bijnaam ‘keikoppen’. Deze bijnaam kregen ze door de onderlinge twisten tussen Ieper en Poperinge over de lakennijverheid (15de eeuw).
Hoewel de hopteelt in België drastisch is verminderd, neemt de belangstelling voor de hopscheuten toe. In België zijn er nog een drietal regio’s waar hop geteeld wordt, op eerder kleine schaal rond Aalst-Asse en Waasten en op grotere schaal rond Poperinge.
Hop is een doorlevende plant die tot 25 jaar oud kan worden. Op de wortelstok groeien iedere lente nieuwe scheuten; per wortelstok mogen maar 3 scheuten tot ranken uitgroeien, de rest wordt verwijderd.
Rond Poperinge wordt de teelt geforceerd in verwarmde serres; zo worden al in december de eerste hopscheuten te koop aangeboden op de veiling van Roeselare. De eerste hopscheuten van het seizoen gaan van de hand voor meer dan 100€ voor een potje van 100 gr.
Poperinge heeft reeds zijn sporen verdiend op gastronomisch vlak: zo werd ze in september 2010 verkozen tot West-Vlaams Ambassadeur van Vlaanderen Lekker Land en de stad werd eveneens door de VLAM bekroond met de Vlaamse Streekvork voor zijn inspanningen om streekproducten te promoten. Nieuw is de erkenning door Europa van de Poperingse hopscheuten als streekproduct.
Culinaire ateliers
Om je gasten te verrassen met een hopscheutenmenu zal je eerst je kennis over de hopscheuten moeten bijspijkeren. Waar kan je dat beter dan in Poperinge zelf? Wordt voor één dag hopboer of boerin, ga met de boer de scheuten zelf oogsten, laat je kunsten zien in de keuken en zit daarna mee aan aan tafel in een lokaal restaurant. Eindig de namiddag in het Hopmuseum. Meer info via www.hopscheuten.be
Naast deze organisaties kan je individueel diverse hopscheutenmenu’s degusteren. En lijst van de restaurants in Poperinge waar je de delicatesse kan proeven vind je op www.hopscheuten.be. Op dezelfde website kan je vind je een lijst van bedrijven waar je hopscheuten kan kopen.