De Burgplatz is één van de populairste pleinen van Düsseldorf. Zeker bij goed weer komen vele Düsseldorfers en toeristen hier op dit plein een terrasje doen of zitten ze op de trappen bij de oever om er te genieten van het uitzicht op de Rijn. Hier stond vroeger een burcht (‘Burg’ in het Duits), vandaar later de naam Burgplatz. Te midden enkele bomen in een hoek van de Burgplatz staat de Ratschlägerfontein. Opzij van de fontein vind je het Stadterhebungsmonument.
Radslag-figuurtjes
De Düsseldorf radslag-figuurtjes zijn een leuk lokaal symbool die je her en der ziet opduiken in vele kleuren. Ze verwijzen naar de radslag die kinderen maakten als uiting van blijdschap na de gewonnen slag van Worringen (1288).
Stadterherbungsmonument
Dit ‘druk’ monument beeldt de honderdjarige geschiedenis (sedert de verwerving van de stadsrechten) van Düsseldorf uit. Het is gemaakt door Bert Gerresheim.
Schlossturm
De Schlossturm is het laatste overblijfsel van een keurvorstelijk slot uit de 13de eeuw. Hoewel, helemaal origineel is het niet meer, want door herhaalde verwoestingen en drie branden (de laatste in 1872) moest de toren al een paar keer heropgebouwd worden. Binnenin deze toren is sinds 1984 het scheepvaartmuseum gehuisvest. In kleine ruimtes komen verschillende thema’s rond de scheepvaart op de Rijn aan bod. Ook het vroegere belang als haven wordt belicht en er is een multimediale voorstelling over de stadsontwikkeling. De opzet van het museum is tevens erg duidelijk gemaakt voor kinderen. Een fraai uitzicht krijg je vanop de vierde verdieping waar een museumcafé is gevestigd. Helaas, op het moment van ons bezoek (april 2015) hing een bordje dat de Schlossturm wegens verbouwingswerken dicht is.
Basiliek St. Lambertus
In de eerste bouwfase tijdens de 13de eeuw was dit niet meer dan een dorpskerk. Verschillende verbouwingen, uitbreidingen en restauraties leidden naar de huidige staat. Het opvallendste is de scheve toren. Het is niet zo dat bij de bouw ervan een misrekening werd gemaakt. Nadat een groot gedeelte van de kerk door een brand werd vernield, moest ook de toren gerestaureerd worden in 1815. Het gebruikte hout was echter, zo bleek achteraf, te vochtig zodat het ging ‘leven’ wat de scheve toestand deed ontstaan. De bombardementen uit de Tweede Wereldoorlog vernielden de scheve toren maar bij de heropbouw besloot men toch het attractieve kenmerk ook in de wederopbouw mee op te nemen. De toren is daardoor nu één van de stadssymbolen geworden.
Het interieur bevat kunstwerken uit de 15de en 17de eeuw, een schrijn met het geraamte van St. Apolinaris, beschermheilige van de stad en het hoogaltaar met enkele heiligenbeelden is zeker een bezoek waard.