Grote Kerk
De Grote Kerk, ook bekend als de Sint-Bavokerk neemt een groot deel van de markt in. Ze is genoemd naar de H. Bavo als dankbetoon van de Haarlemnaars tegenover de heilige Bavo die zijn invloed liet gelden toen aanvallende troepen uit de buurt de stad wilden innemen. In de vroege middeleeuwen heeft er al een kerk gestaan, toen in een kleiner formaat. De Grote Kerk is niet gespaard gebleven van averij want rond 1370 woedde er een grote brand. Uit de puinen werd een nieuwe kerk gebouwd, ditmaal in een gotische stijl.
Er volgden nog tal van aanpassingswerken volgen of zelfs complete renovaties. Hierbij kwamen Vlaamse architecten zoals Evert Spoorwater en Lieven de Key in beeld. Spoorwater had al andere projecten geleid in Noord-Brabant. De Gentenaar de Key hielp mee de zuidelijke gevel te ontwerpen. Met de voltooiing van de vieringtoren zouden de werken eindigen, na bijna 200 jaar bezig te zijn geweest. Als je goed kijkt, zie je dat de toren van eikenhout is en bezet met lood. De vorige versie in steen bleek te zwaar voor de constructie om dragen. Er kwamen scheuren waarna beslist werd om hout te gebruiken, weliswaar verstevigd met lood.
Blikvangers in het interieur zijn het orgel (Mozart zou er als 10-jarige op gespeeld hebben) en het koperwerk, dat laatste van de Mechelaar Jan Fierens. Je ziet hier veel grafstenen. De bekendste overledenen zijn Frans Hals, de kunstschilder en Pieter Teyler, de laken- en zijdekoopman. Naar beide personen is ook een museum in Haarlem genoemd.
Vleeshal
In de Vleeshal zit vandaag het Archeologisch Museum Haarlem gevestigd. Vondsten uit de Haarlemse bodem uiteraard maar ook wordt in een collectie de algemene geschiedenis van Haarlem getoond. Gratis toegang van woensdag tot zondag. Het monumentale gebouw is opgetrokken volgens de plannen van de Gentse architect Lieven de Key. Hij was in 1593 tot stadsarchitect van Haarlem benoemd. Het gebouw is danig mooi versierd met ornamenten. wZie je op de gevel de ossen- en schapenkoppen? Het verwijst naar de functie van het gebouw als vleeshal waar sinds de 14de eeuw het vlees werd verkocht. Toen die te klein werd omdat de bevolking van Haarlem snel toenam, moest een nieuwe vleeshal worden gebouwd. De bouw begon in juni 1602 en twee jaar later kwamen de eerste slagers er hun waren aanbieden. Tot de 19de eeuw werd in deze Vleeshal nog het vlees verhandeld. Daarna kreeg het gebouw meerdere functies: als opslagplaats, als rijksarchief, de bibliotheek. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd beslist om er een museum in onder te brengen.
Stadhuis
Ook hier heeft de Vlaming Lieven de Key zijn aandeel in gehad als ontwerper, althans bij de verbouwingen (extra vleugel) beginjaren 17de eeuw. Als je er voor staat, oogt het wat een bizar geheel. De voorgevel is gerenoveerd in een classicistische stijl. Een laatste vleugel (de Weeskamer) werd langs de Koningstraat toegevoegd in de tweede helft van de 18de eeuw. Het bestaat uit een Zaalgebouw en de Gravenzaal (met de toren en de kantelen, heden in gebruik als trouwzaal). In de rechtervleugel, de Vierschaar, zit het VVV-kantoor. Bovenin staat Vrouwe Justitia. Het is een verwijzing naar een schavot met een galg toen vroeger voor het gebouw recht werd gesproken.
Het eerste stadhuis was de Hoofdwacht, het gebouw op nummer 17. Nu huist er een historische vereniging in.