Dat konden rijke handelslui, bestuurders van de stad of simpelweg een vermogend persoon die graag een deeltje van het vermogen wegschonk om mensen die het met minder moesten doen, te helpen overleven. Het moesten ook altijd behoeftige vrouwen zijn die de huisjes mochten bewonen: bejaarde vrouwen, weduwen of ook wel oude vrijsters. Ze kregen dan ook wat geld toegestopt. Op onze stadswandeling komen we er een paar langs: Hofje van Loo, Hofje van Guurtje de Wael, Hofje Bakenesserkamer, e.a. Ze liggen gewoon direct aan de straat, weliswaar afgescheiden met een hekken of verscholen achter een muur of poort. De Hofjes kregen steeds de naam van diegene die de opdracht gaf, de mecenas dus.
Een huisje in de rij of een iets grotere woning was bestemd voor de regent, zeg maar de oppasser van dienst die moest toezien op de orde en netheid van het Hofje. Dat huisje werd de Regentenkamer genoemd.
Karig interieur
Sommige waren karig ingevuld, slechts een handvol had iets meer grandeur. Maar qua leefomstandigheden was het toch overal vrij pover. In die tijd nog geen stromend water. Het water werd uit een put gehaald. In sommige hofjes staat nog die waterput. Er was zeker nog geen elektriciteit en het toilet moest je buiten gebruiken. Vanaf het begin van de 19de eeuw zette zich in de hofjes reeds de teloorgang in.
Toen de schenkers van het eerste uur kwamen te sterven, betekende dat ook vaak het begin van de verloedering van zo'n hofje. Bovendien was ook de economische toestand eind 19de eeuw niet te rooskleurig. Nog maar in de vorige eeuw kwamen renovaties op gang. De stad Haarlem 'hielp' daarbij een beetje door goedkope leningen uit te schrijven.
Nieuwe toekomst, nieuwe bewoners
Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam de echte opleving van de hofjeshuizen. Vaak waren het studenten die er kwamen inwonen, tevreden met het povere comfort. Toen in 1974 de Stichting Haarlemse Hofjes boven de doopvont werd gehouden, werd echt werk gemaakt van de renovatie. Overal stroom en waterleidingen waren al een flinke stap vooruit. Nu wonen er al lang niet meer enkel oude vrouwen maar een doorsnee van de bevolking.
Enkele hofjes uit de stadswandeling
Hofje Bakenesserkamer
Genoemd naar Dirk van Bakenes, een stadsbestuurder. Het oudste bekende hofje in Nederland. Op één van de drie toegangspoorten (Wijde Appelaarsteeg) is een fronton te zien met enkele woorden die een raadseltje inhouden. Probeer te achterhalen wat hiermee bedoeld is: ''t Gesticht Van Dirck Van Bakenes Voor Vrouwen Acht En Twemael Ses". In de gratis te downloaden stadswandeling vind je het antwoord.
Hofje van Oorschot
Een hofje met iets meer uitstraling dan de andere. Alleen al het hekken is al sierlijker met mooie letters. Gesticht door een rijke koopman Wouter van Oorschot. Enkele huisjes waren enkel bestemd voor leden van de familie Wilting van wie iemand lange tijd dienstbode was geweest voor de heer van Oorschot. Twee huisjes mochten enkel bewoond worden door familieleden van van Oorschot.
Hofje van Guurtje de Wael
Het kleinste Haarlems Hofje, genoemd naar Guurtje de Wael, een rijke vrouw uit Haarlem. Zij liet in het begin van de 17de eeuw een hofje inrichten met zes huisjes bedoeld voor weduwen en oude vrijsters. Bij de toegangspoort zie je het wapenschild van de familie de Wael. Er staat een leeuw op met een afgekapte kop waaruit een beetje veel bloed spuit.
Proveniershofje
De uitzondering in het geheel van de Haarlemse Hofjes want hier mochten óók mensen komen wonen die niet arm waren. Zij kochten zich in. Er hebben in dit Hofje ooit 67 woningen gestaan. Provenier staat voor welstand, vandaar de naam. Begin 15de eeuw was er op deze plek nog een vrouwenklooster. Na de Reformatie werden de kloostergebouwen afgebroken en vervangen door een pand. Van dat pand werd nog een herberg gemaakt en vanaf 1704 na een renovatie zou een soort verzorgingstehuis worden ingericht waar mensen zich inkochten in de huisjes. Zo konden zij dan wel genieten van onderdak en voedselbedeling.
Bezoeken vandaag
Vandaag kan je de Haarlemse Hofjes als bezoeker in enkel op weekdagen tussen 10.00 en 17.00 u. Intussen is er al veel ten goede veranderd uiteraard qua infrastructuur in het huisje.