De kerk is nog duidelijk te herkennen in de architecturale vorm (rechthoekig met middenschip en zijschepen) en de vele fresco's. Opvallend is de grote koepel die een doorsnede heeft van 30 m. Het is niet meer de originele want die stortte in. Heel wat kostbare kunstschatten werden geroofd tijdens één van de kruistochten in 1204. Met het begin van de Osmaanse verovering en toen sultan Mehmet de Veroveraar de macht greep, werd ten gevolge het christelijke bastion omgebouwd tot een moskee. Dat uitte zich in een toevoeging van vier minaretten, praalgraven, een Koranschool en een gaarkeuken.
Een restauratie drong zich op toen bij een aardbeving (19de eeuw) een groot deel instortte. De functie als moskee bleef het gebouw houden tot 1932. Twee jaar later liet Atatürk de moskee sluiten en kreeg het zijn huidige bestemming als museum. Ga er zeker eens binnen want de fraaie mozaïeken (Christus, Maria, keizers, …) zijn enig mooi. Bewonder er de minbar (preekstoel), de mihrab (nis die de richting van Mekka aangeeft), de loge van de sultan en enkele houten schilden. Een van de zuilen, links als je binnenkomt, wordt de ‘zwetende zuil’ genoemd. Een legende vertelt dat ene Gregorius de Wonderdoener op deze plaats zijn opwachting maakte en sinds dan zou het vocht dat uit de zuil ‘druipt’ een genezende kracht geven. De steen voelt wel nat(jes) aan en heel wat mensen zal je de zuil dan ook zien aanraken.