Van de geschiedenislessen uit onze jeugdjaren herinneren we ons nog wellicht de glorie van het onsterfelijke Romeinse Rijk. Aquaducten, heirwegen, thermen en triomfbogen over heel Europa zijn hiervan nog steeds een stille getuige. De bekendste figuur is Julius Caesar, maar zijn zoon Augustus werd de eerste keizer. Tot 395 n.C. was Rome de hoofdstad van het Romeinse Rijk. Alhoewel de christenen vervolgd, gemarteld en voor de leeuwen gegooid werden, kreeg deze godsdienst steeds meer aanhangers.
In het begin van de vierde eeuw werd het Christendom toegelaten en kreeg de Paus meer en meer politieke macht. De pausen zouden voortaan steeds een rode draad vormen door de geschiedenis van Rome. Zo was het ook een paus die na het verval van het Romeinse Rijk van Rome opnieuw een invloedrijke stad maakte, maar dan schrijven we al 1428. Meteen het jaartal waarbij er rust kwam binnen de katholieke kerk.
Kunstenaars, wetenschappers, ambachtslui, handelaren en literairen kwamen zich in Rome vestigen onder invloed van het Vaticaan. De stad werd heropgebouwd en er volgde een kortstondige bloei. In 1527 werd het geplunderd en vernietigd door muitende soldaten van Karel V. Napoleon nam de stad ook in, maar in 1870 werd Rome de hoofdstad van het ééngemaakte Italië.
De Eerste en Tweede Wereldoorlog hebben geen invloed gehad op de stad. Noch de Duitsers noch de geallieerden hebben het in hun hoofd gehaald de stad te bombarderen. Door dat beetje goede wil kunnen wij vandaag een prachtig historisch Rome bezoeken. Een Rome dat sedert 1929 een ministaatje binnen zijn muren heeft, Vaticaanstad.