Trondheim
Trondheim ligt min of meer centraal in de regio Trøndelag aan het Trondheimfjord. De oudste verwijzingen van Trondheim als stad dateren uit de 10de eeuw. Het begon met een nederzetting aan de monding van de Nidelva rivier. Toen heette de stad nog Nodaros. Tot 1217 was Trondheim de hoofdstad. Een belangrijke man voor de geschiedenis van Trondheim was koning Olav Haraldsson. Hij kwam om in juli 1030 in de Slag van Stiklestad. De man werd een jaar later heilig verklaard omdat zijn lichaam vrijwel intact bleek na opgraving . Zijn schrijn zou pas in 1090 worden bijgezet in de Kristkirken, de voorloper van de huidige kathdraal Nidarosdomen. Op die plek ontstond een pelgrimsoord. De pelgrims kwamen uit gans Scandinavië naar hier.
De Nidarosdomen heeft een gotisch (westgevel) en deels romaans uitzicht (noordzijde). Nergens anders in Noorwegen vind je een kerk uit de middeleeuwen die ouder is. Ze viel geregeld ten prooi aan plunderingen en brand maar vandaag zie je de kathedraal toch opnieuw schitteren. Hier worden de kroonjuwelen bewaard. Een kroning vindt niet meer plaats sinds 1957, maar koningen worden gezalfd. Mogelijks herken je in het schip wat van de Westminster Abbey en het roosvenster kan je doen denken aan dat van Chartres. Tegenover de kathedraal staat het aartsbisschoppelijk paleis (Erkebispegården).
Tot de meest merkwaardige gebouwen behoort de Stiftsgården, het koninklijk paleis dat uit hout bestaat. Het is enkel te bezichtigen met rondleiding. Bryggen is de naam van de kleurige pakhuizen aan beide oevers van de Nidelva. Vroeger was het hier een knooppunt van handel, nu vormen ze een gekleurde attractie van Trondheim.
Enkele interessante musea zijn: het Trondhejems Kunstmuseum (vooral Noorse kunst), Nordenfjeldske Kunstindustriemuseum (kunst, meubelen, zilver), Sverresborg Trøndelag Folkemuseum met reconstructies 60-tal gebouwen uit Trondheim, biedt inzicht van de bouwstijlen, Ringve Museum (muziekinstrumenten en muzieksgeschienis), Rockheim (pop- en rockmuziek).
Stavanger
Was Stavanger heel lang geleden een eenvoudig vissersdorpje, dan is het nu een moderne stad. Nog een verschil: vroeger haalde Stavanger welvaart uit zijn conservenindustrie. Sinds er olie gevonden werd in 1969 in de Noordzee legde men zich toe op de olieindustrie waarbij Stavanger het centrum vormt. Het legde de stad geen windeieren.
Qua bezienswaardigheden toppen de kathedraal, de pittoreske wijk Gamle en enkele musea de lijst. Wil je alles te weten komen over de zo lucratieve olieindustrie dan is een bezoek aan het Norsk Oljemuseum een must. Je ziet er modellen van boorplatforms, werkbenodigdheden, maar ook komen thema's aan bod zoals hoe voor ontspanning wordt gezocht op een zo'n werkplatform. In een voormalige conservenfabriek vond men er niet beter op om een conservenmuseum op te richten. Uniek is dit zeker. De tijd is wel intussen voorbij dat Stavanger maar liefst 70 conservenfabrieken telde.
Een geheel van witte houten huizen, met smalle straatjes, soms kleine bloementuintjes, ... dat is het uitzicht van de Gamle wijk, ten westen van de haven. Bij die haven staat een grote toren, de Valbergtárnet. Na een felle stadsbrand (1684) kwam men op de idee om een toren op te richten om tijdig alarm te slaan. Al was de toren pas in 1852 klaar. Nu kan je er op de top een mooi panorama krijgen op de haven, de stad en het Boknafjord.
De kathedraal Domkirken werd herbouwd na een brand in 1272. Al rond 1100 moet de romaanse kerk er hebben gestaan. De twee torens zijn van veel recentere datum halfweg de 18de eeuw.Het gotische koor mag je er niet missen.
Vergeten we niet dat de natuur ook belangrijk blijft voor de stad. Het is de poort van het Boknafjord en dieper ingesneden het Lysefjord. Ten zuiden heb je de strandstrook van Jaeren.