Todi ligt op twee heuvels. Je bekomt er een prachtig uitzicht op de Tibervallei. Het centrum van Todi is bezaaid met kerken en paleizen. Vooral het Piazza del Pöpolo mag je niet missen. Hier vind je paleizen uit de 13de eeuw: Palazzo del Popolo (stadhuis) bevat het Museo Civico en het Palazzo del Capitano. De kathedraal heeft een gevel in rood en wit marmer en dat is op zich al merkwaardig. Maar de allermooiste kerk is de Santa Maria della Consolazione, net buiten de stadsmuren. Deze koepelkerk staat gans alleen wat haar schoonheid nog meer tot zijn recht laat komen.
Monte Castello di Vibio
Gelegen op een heuvel was dit ooit het verdedigingsbolwerk van de stad Todi. Vanuit hier kon elke vijandelijke troepenbeweging worden gespot. Daardoor heb je tot op de dag van vandaag een prachtig uitzicht.
Monte Castello di Vibio heeft zijn middeleeuws karakter weten te bewaren omdat het pas sinds kort ontdekt is door toeristen. Een vakantie in dit deel van Umbrië draait vooral om rust. Het stratenplan bestaat uit twee concentrische cirkels die met elkaar verbonden zijn. In die smalle straten vind je nog heel wat oude gebouwen terug.
Een van de opmerkelijkste bezienswaardigheden is het "Teatro della Concordia". Het dateert uit 1808 en werd grondig gerestaureerd. Het is het kleinste theatergebouw in Europa met amper 100 zitplaatsen. Meer info op: www.teatropiccolo.it.
Bettona
Bettona ligt zowat 20 km zuidwestelijk van Assisi. In Bettona heb je bij helder weer een mooi zicht op Assisi en het omgevende landschap. Dit ommuurde stadje (destijds door de Etrusken als erfenis achtergelaten) is beslist een stop waard, niet alleen omwille van de stadswallen die teruggaan tot de Etrusken, maar ook om zijn schitterende ligging te midden van de olijfgaarden. Culturele schoonheden vind je in de Santa Maria Maggiore kerk (13de eeuw) waar schilderingen te bewonderen zijn van Perugino, die de stiel leerde bij Rafaël. Het Palazzo del Podestà laat werken zien van kunstschilders uit Umbrië en Etruskische vondsten.
Bevagna
Bettagna telt wat middeleeuwse straatjes, een paar kerken en volgens sommige gidsen één van de mooiste stadspleinen van Umbrië. Romeinse overblijfselen zijn de thermen van Mevania met mozaïeken, restanten van een theater en een tempel. Maar de attractie is het Piazza Filippo Silvestri waar liefst drie kerken staan, netjes verdeeld uit drie eeuwen. De San Michele is de oudste (eind 11de eeuw). San Silvestro (eind 12de eeuw) en Santi Domenico e Giacomo (eind 13de eeuw) zijn de andere. Ook het Palazzo dei Consoli dat een klein charmant theater uit eind 19de eeuw huisvest (Teatro Torti) bevindt zich op hetzelfde plein.
Montefalco
Montefalco, de berg van de valk letterlijk vertaald. Dus moet er wel een link zijn i.v.m. een valk. Die kwam er sedert halfweg de 13de eeuw ene keizer Frederik II er neerstreek. Als liefhebber van de valkenjacht vond hij er niet beter op dan het stadje te noemen naar zijn geliefde valk (‘falco’). Montefalco ligt hoog op een heuvel. Die fraaie ligging leverde het stadje een mooie bijnaam op: “het balkon van Umbrië”, al durven wel meerdere dorpen hier in de streek die titel opeisen. Bij helder weer krijg je een mooi panoramazicht op Bevagna, Trevi, Spello en tot zelfs Perugia. Veel bezoekers doen dit stadje aan omwille van de prachtige en kleurrijke fresco’s uit de 15de eeuw van de hand van Benozzo Gozzoli uit Toscane in de tot museum omgebouwde San Francescokerk. Het zijn voorstellingen uit het leven van de H. Franciscus en de H. Hiëronymus. Nog meer schilderijen zijn elders in de vroegere kerk te zien. Bovendien kan je genieten van de middeleeuws aandoende sfeer van het stadje omdat de stadsmuren (14de eeuw) er wonderwel bewaard zijn gebleven.
Trevi
In Montefalco neem je de richting van Trevi. Maar vooraleer de autosnelweg op te gaan naar Spoleto rijd je even rechtdoor naar Trevi zelf. Dit stadje op een heuvel is het kloppende hart van de olijfproductie. Het is dan ook omringd door een bos van olijfbomen en heeft hierover ook een museum. Het Museo della Civiltà dell’Ulivo is gevestigd in een deel van een voormalig klooster San Francesco (in de Largo Don Bosco). Je krijgt er het ganse verhaal van de olijfboom en olie van a tot z uitgelegd. Heel leerrijk en boeiend gebracht. In het kloostercomplex kan je ook de kerk bezoeken die drie verdiepingen heeft. Er hangen schilderijen, je vindt er fresco’s en het genoemde museum over olijfolie bevindt zich in de benedenverdieping. Vertoef ook even in het oude centrum en beleef romantiek ten top door die typische middeleeuwse straatjes en gezellige pleintjes. Het centrale plein is het Piazza Mazzini, ook al uit de middeleeuwen met een stadhuis uit de 13de eeuw, de Torre Civica. Daarna neem je de S3 naar Spoleto. Als er nog tijd over is kan je vandaag Spoleto vereren met een bezoek maar dat kan morgenvoormiddag ook nog.
Olijven, het groene goud
Dat in de Valle Umbra zoveel olijfbomen staan, is geen toeval. Het is vooral de bodemgesteldheid (rijk aan minerale zouten) gecombineerd met de zon die zorgen voor een uitstekende kwaliteit van de olijven. Rond Trevi staan er ca. 200 000 olijfbomen. De teelt is voor Trevi een belangrijke speler op economisch vlak. Olijven worden geoogst manueel vanaf november.