Cité
De Cité is nu nog steeds bewoond en heeft een dubbele vestingwal met 52 torens. Het werd uitgeroepen tot Werelderfgoed van de Unesco. Het is de meest complete vestingstad van Europa. De Cité verken je natuurlijk best te voet, grote delen van de vestingen kan je nog bezoeken. Je kan je ook laten rondrijden met een koets of een toeristisch treintje.
Hoe bereiken?
Wandel la Cité binnen via de Porte Narbonnaise. Daar is de toeristische dienst gevestigd. Je kan er terecht voor een kaartje en informatie over de bezienswaardigheden. Tot vlak voor deze poort kan je met de wagen komen, verder mag niet. Er is ook nog de Porte de l'Aude aan de andere kant van la Cité. Aan de ingang bij de Porte Narbonnaise kan je een buste vinden van la Dame Carcas, een dame met pit naar wie de stad is vernoemd, zo wil een legende ons doen geloven.
Château Comtal
De belangrijkste bezienswaardigheid is het Château Comtal (kortbij de Port Narbonnaise). Er zijn dagelijks rondleidingen voorzien. Begrijp je goed de Franse taal dan moet je zeker de langere (1.5 uur) rondleiding volgen. Bij deze laatste komt de geschiedenis van Carcassonne ruim aan bod en wandel je ook op de vestingwallen. Een entreeticket geeft ook toegang tot het Dépôt Lapidaire, dit is een archeologisch museum die de rijke geschiedenis van Carcassonne brengt.
Basiliek St.-Nazaire
Een andere bezienswaardigheid binnen de vestingmuren van de Cité is de Basiliek St.-Nazaire. We bezoeken deze kerk voor zijn prachtige brandglasramen, zijn praalgraven en zijn koorommegang. We zijn dan meteen aan de Toren van St.-Nazaire die je kan beklimmen met een prachtig panorama als resultaat. Vergeet zeker niet te wandelen in de smalle straatjes vooraleer de Cité te verlaten.
La Bastide
Aan de andere kant van de Aude ligt de benedenstad. Centraal ligt het levendige plein "Place Carnot", 3x/week is er een kleurige bloemen- en voedingsmarkt. Verder moet je in dit stadsgedeelte zeker bezoeken (stadsplan is noodzakelijk).
Saint-Vincent
De opvallende kerk Saint-Vincent met zijn hoge toren illustreert de zuiderse gotiek en zijn binnenschip is een van de breedste van Zuid-Frankrijk. Je kan er o.m. het orgel van Puget, het carillon Notre-Dame de la Parade, schilderijen van beroemde meesters en de 54 m hoge klokkentoren bewonderen.
De Hallen
De Hallen (17-19de eeuw) dateren oorspronkelijk uit 1768. Je vindt er de Halle aux grains (granen), Le Poids du Roi, slagerijen en viswinkels.
Saint-Michel
De kathedraal Saint-Michel werd gebouwd ter herinnering aan de aanvankelijke Sint-Michiels parochie. Het is een heel mooi voorbeeld van gotische Languedocstijl met een schitterend interieur. De bouw startte in de 13de eeuw. Pas in 1803 werd de kerk verheven tot kathedraal.
Musée des Beaux-Arts
Het Musée des Beaux-Arts heeft een rijke collectie schilderijen uit de 17, 18 en 19de eeuw. Daarnaast vind je er een verzameling aardewerk, wandtapijten en kunstvoorwerpen.
La Porte des Jacobins
La Porte des Jacobins (18de eeuw) werd opgetrokken in 1778 door de architect Dolbeau op de plaats van de vroegere poort met hangbrug.
In de zomermaanden juli en augustus is er een groot zomerfestival. Tijdens het Festival viert Carcassonne feest. De stad wordt opgeluisterd door historische en culturele voorstellingen, straatanimatie, concerten, balletten, diverse toneelkunsten, ...
Wil je even lekker ontspannen dan kan je een boottochtje maken op de Aude en genieten van de zon en prachtige panorama's. Zoals je ziet zijn de mogelijkheden binnen de stad zeer uitgebreid. Nog meer info vind je op de officiële website www.carcassonne.org en Carcassonne bezoeken.