Het Hospice, zo bekend in de volksmond, moet je vanzelfsprekend gezien hebben als je Beaune bezoekt. Het gebouwencomplex werd opgetrokken ongeveer halfweg de 15de eeuw. Het moest dienen als opvangtehuis voor de armen en zieken onder de bevolking. Het had tot 1971 een functie als ziekenhuis. De buitengevel van de straatkant oogt heel sober. Het is dan ook een totale verrassing als je de binnenplaats betreedt want die straalt één en al warmte uit. Wat het eerste opvalt zijn de gekleurde daken met geglazuurde dakpannen. Het is een prachtig geheel van torentjes en zuiltjes, dakvensters en elementen van een vakwerkgevel.Het is een typisch voorbeeld van een Bourgondische stijl met een Vlaamse toets.
Rijk interieur
Wat je binnen krijgt te zien, kan je onmogelijk allemaal in één bezoek vatten. Het zijn meer dan 5000 objecten die uitgestald zijn. Waar iedereen wat langer vertoeft is in de Salle des Pôvres. Dit is de vroegere ziekenzaal. Bekijk die hemelbedden eens. Kijk ook naar het plafond. Het heeft de vorm van een omgekeerde scheepsromp. Speur ook naar de inscripties in de tegelvloer: seulle en een ster, verwijzingen naar 'enige' en Guigone, de echtgenote van Nicolas Rolin, de opdrachtgever tot het bouwen van het Hospice. Verder kom je tijdens de rondgang nog in andere ziekenzalen, kan je binnenkijken in de keuken, de apotheek en er is de Salle Saint-Louis.
Triptiek 'Het Laatste Oordeel'
Vlaamse kunst vind je in de Salle Saint-Louis met 'Het Laatste Oordeel', een triptiek van de bekende Vlaamse kunstschilder Rogier van der Weyden. Ruim drie jaar zou hij eraan gewerkt hebben, van 1445 tot 1448. Je kan het schilderij bekijken met een grote loep en dat is op zich al bijzonder. Behalve dit unieke schilderij hangen nog wandtapijten van Vlaamse en Waalse makelij in de zaal.
Wil je nog meer lezen over het Hôtel-Dieu, dan kan je op deze website al heel wat vinden: www.hospices-de-beaune.com