Borse van Amsterdam
Oorspronkelijk was dit een afspanning in de 17de eeuw. Aalst lag immers op de weg tussen Lille (Rijsel) en Amsterdam. De paarden konden hier rusten en de reizigers eten en slapen. Op het eerste verdiep was de armenkamer, een dienst voor steuntrekkers. Nu is er een restaurant in ondergebracht met feestzalen op de verdieping.
Schepenhuis, belfort en Gebiedshuisje
Dit gebouw op de Grote Markt van Aalst bestaat uit drie delen. Het Schepenhuis, het Belfort met zijn toren en het gebouw vooraan: het Gebiedshuisje, dus niet het "gebedshuisje". Het Schepenhuis werd gebouwd in 1225 en is daarmee het oudste in Vlaanderen. Het was noodzakelijk om de Schepenen hun ambt te kunnen uitoefenen. In de kelders was er een kleine gevangenis met bijhorende folterruimte. Er werd in 1460 een belforttoren aan gebouwd die in 1600 van een zonnewijzer werd voorzien en een beiaard met 52 klokken. Pas in 1544 werd het Gebiedshuisje gebouwd in de huidige vorm. Het Gebiedshuisje diende om de nieuwe wetten en verordeningen te proclameren of aan de bevolking kenbaar te maken. Zoals het gebouw er nu uitziet is dat evenwel niet mogelijk. Er zijn heel wat verbouwingen geweest na vernielingen en branden, de laatste dateert van 1879. Geen van deze gebouwen kan bezocht worden tenzij bij tijdelijke tentoonstellingen. De raadzaal is nog steeds in gebruik.
Stadhuis
Als je op de binnenkoer van het stadhuis van Aalst stapt (gesloten op zondag) zie je een prachtige rococogevel. Daar was het voormalige Landhuis van waaruit de gemeenten van Aalst tot Geraardsbergen werden bestuurd. Het gebouw dateert van de 17de eeuw maar al wat je nu ziet is gebouwd in de 18de eeuw. Aan deze mooie gevel staat in de hoek een herdenkingsmonument in het Frans, ter ere van de Aalsterse helden die hun leven gegeven hebben tijdens de onafhankelijkheidstrijd in 1830. Rechts daarvan staat het beeld van Ondineke (zie verder). Als je met je rug naar die rococogevel staat zie je rechts een lange ijzeren staaf tegen de muur. Dat is de "Aalsterse Roede", een lengtemaat van 5,54 meter. Wanneer je terug naar de Grote Markt stapt dan wandel je onder het stadhuis dat dateert uit 1830. Een deel van de stadsdiensten en de stadsfeestzaal zijn hier ondergebracht.
Ondineke
Ondineke is enerzijds een figuur van L.P. Boon uit zijn boek 'De Kapellekesbaan', anderzijds staat die naam tegenwoordig ook voor een Aalsters bier van hoge gisting (blond, 8,5°) ambachtelijk gebrouwen in het nabij gelegen Erpe-Mere. Ondineke was een arm meisje dat zich probeerde op te werken op de maatschappelijke ladder door een charmeoffensief te lanceren. Sommige bronnen beweren dat ze wel eens meer deed dan alleen maar haar charme gebruiken om hogerop te geraken. Het is haar in elk geval gelukt. Dit beeldje is een kopie, het origineel staat in het Stedelijk Museum.
Dirk Martens
Op de Grote Markt van Aalst staat ook een beeld van Dirk Martens, de eerste drukker in de Zuidelijke Nederlanden. De Aalstenaren noemen dit standbeeld wel eens 'de zwarte man' omdat het brons zo verkleurd is. Deze vooraanstaande drukker werd geboren in Aalst rond 1446 als kind van een welstellend gezin. Na zijn opleiding trok hij naar Venetië om het vak van drukker te leren. In 1473 stichtte hij een eerste atelier waar hij drie romans drukte en werd daarmee de eerste drukker in de Zuidelijke Nederlanden. Tot 1486 blijft het dan even stil maar dan richt hij een tweede atelier op in Aalst en enkele jaren later ook in Leuven en Antwerpen. In 1529 liet hij de drukkerij over aan zijn schoonzoon. Dirk Martens stierf in 1534. Hij kreeg een standbeeld op de Grote Markt in 1856. Dat was niet alleen omdat hij pionier was in het drukken van boeken in de Lage Landen maar eveneens omdat hij het humanisme naar onze contreien bracht door verschillende uitgaven.