Hoe het begon …
De geschiedenis van de Achelse Kluis gaat terug tot 1650. Het waren katholieken uit Nederland die een eenvoudige grenskapel oprichtten. In 1686 werd de kapel uitgebouwd tot een pastorij o.l.v. Petrus van Eijnatten. Een gemeenschap van kluizenaars kwam er zich vestigen. De pastorij kreeg de naam mee van Achelse Kluis. De Franse Revolutie zorgde er in 1798 voor dat de gemeenschap verdreven werd. Pas vanaf 1844 hernam de activiteit toen trappistenmonniken van de Cisterciënzerorde uit Westmalle de gebouwen kochten. Vanaf dan kreeg de abdij de naam van Sint-Benedictusabdij. In 1850 werd gestart met de inrichting van een brouwerij. De monniken hielden zich behalve met landbouw en verkoop van landbouwproducten ook bezig met enkele andere economische activiteiten. In 1885 geraakte de bouw klaar van de neogotische kloosterkerk.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het klooster door de Duitsers bezet. Vele monniken vluchtten naar Nederland. Toen de Doodendraad gespannen werd vanaf 1916 (zie ook verderop) dwars door de kloostertuin, was de oorlog pas goed ‘aanwezig’ op de abdijsite. De Achelse Kluis diende zelfs de betalingen te doen voor het aangewende materiaal. De gebleven broeders moesten ook een overeenkomst ondertekenen waarin zij plechtig beloofden geen voorwerpen of brieven te smokkelen en zeker al niet óver de grensdraad proberen te komen.
Dat de voorraden wijn en bier van de abdij flink aangesproken werden door de Duitse legerleiding hoeft niet te verbazen. Ook voedingsproducten, zilver en andere kostbare voorwerpen werden geplunderd.
Doorstart in 1998
Na de Eerste Wereldoorlog hernam de Achelse Kluis langzaam haar activiteiten. Tot in 1942 de Duitsers nog eens terugkwamen en ernstige beschadigingen toebrachten.
Maar ook deze tegenslag kwam de Achelse Kluis te boven. Er werden nieuwe activiteiten opgezet. Maar het zou nog tot 1998 duren vooraleer er opnieuw bier gebrouwen werd binnen de abdijmuren. Omdat het een trappistenklooster is, mocht het bier de naam trappist aannemen. Daarmee is de Achel één van de zes trappistenbieren in België (Westmalle, Westvleteren, Rochefort, Orval en Chimay zijn de andere).
De abdij naast de binnenkoer kan je niet bezoeken. De kerk is enkel toegankelijk tijdens liturgische vieringen.
De onthaalkapel (naast de ingang van het gastenhuis) is wél te bezichtigen tussen 8.30 u en 20.00 u en dat is door weinigen geweten. Sinds 2004 is de site van de Achelse Kluis erkend als open monument.
Toeristische trekpleister
Er kwam geleidelijk een toeristische inkleding op gang. De herberg-taverne werd ingericht in de vroegere stallen. De grote binnenkoer van de abdijsite biedt de gelegenheid voor een groot terras. Opgelet, op maandag sluitingsdag. Een galerieshop met alle denkbare devote voorwerpen, een expositieruimte waar tijdelijke tentoonstellingen plaatsvinden, een kunsthal en een supermarktje zorgen ervoor dat iedereen aan zijn trekken komt.
Meer info over de Sint-Beneditusabdij, openingsuren taverne, galerieshop, exposities, toeristische mogelijkheden en uiteraard de twee Achelse trappisten (een blonde en een bruine in verschillende sterktegraden) op de website www.achelsekluis.org
Beverbeekse Heide
Dit natuurgebied van 134 ha vormt de verbinding tussen Hamont en de Achelse Kluis. Je vindt hier vooral dennenbomen al was dit vroeger een heidegebied met enkele vennen. Pas nog maar In de vorige eeuw werd het gebied bebost, maar men is toch weer bezig om het oorspronkelijke heidelandschap in ere te herstellen. Daardoor zullen heide en de aanwezige vengebieden met elkaar verbonden worden wat dan weer nieuw leven zal brengen in fauna en flora.