In 1120 werd de eerste kerk door brand vernield, een tweede kerk hield het nauwelijks driekwart eeuw uit. In de 13de eeuw werd begonnen met de bouw van de huidige kerk (Doornikse blauwe steen) in wat heet Scheldegotiek, een werk dat eeuwenlang werd verdergezet. Het stadsbestuur gaf aan de kerktoren de functie van belfort, in afwachting van de ingebruikname van het eigenlijke belfort. Merk op dat de toren middenin het kerkgebouw staat. Veelal vind je die boven de ingang van een kerk. Binnen kun je een schat aan religieuze kunst bewonderen.
Biezekapel
De Biezekapel is één van de oudst gekende kapellen van de stad. De huidige kapel dateert uit het begin van de 18de eeuw, maar voordien in 1608 stond er al een Mariabeeld in een nis. Dat was te danken aan ene Jean-Baptiste de Rodoan, die tegen zijn gevel het beeld liet plaatsen. In 1794, tijdens de Franse overheersing, werd het kapelletje dicht gemetseld. Na een restauratie volgde een herinwijding in 1931. De kapel was voor vele katholieken steeds een plek om te komen bidden uit dankbaarheid of afsmeking aan de H. Maria. Je moet wel met de neus bijna tegen het raam gaan staan om het prachtige beeld te kunnen zien.
Ooit werd gedacht dat hier het in 1934 gestolen paneel van de Rechtvaardige Rechters (Van Eyck) verborgen zat. Het is dit kleine ommetje zeker waard. Veel toeristen weten zelfs van het bestaan niet af.
Kerk Paters Karmelieten
De Karmelietenkerk is de kloosterkerk van de Paters Karmelieten (ook ongeschoeide karmelieten genoemd) in Gent die er zich vestigden zowat halfweg de 17de eeuw. Je kan er vrij in en een bezoek is absoluut een aanrader. Kijk eerst eens omhoog. Op de voorgevel onder het raam staat het jaartal 1712 (MDCCXII), het jaar waarin de bouw volledig klaar was. De buitengevel bestaat uit zand – en hardsteen. Mogelijks ontmoet je er iemand van de karmelietengemeenschap in hun bruine habijt. Als je binnen bent, draai je eerst even om en bekijk die deur eens waarlangs je binnenkwam. Ze hing vroeger nog in een kerk in Doornik. Aan biechtstoelen geen gebrek. Bemerk de Toscaanse zuilen. Onder de talrijke schilderijen vermelden we deze van Gaspar De Crayer, Theodoor Boeyermans en Victor Janssens van wie je het schilderij ‘Bescherming van Sint-Jozef’ boven het schitterende hoogaltaar ziet hangen. Onder de middag is de kerk wel gesloten.
Sint-Michielskerk
In 1440 werd de bouw van de Sint-Michielskerk aangevat, eerder stond hier een kapel. Beeldenstormers sloopten het gebouw grotendeels in de 16de eeuw, zodat men in 1619 aan een nieuwe kerk begon, de huidige. Door geldgebrek vielen de werkzaamheden stil in 1672. Sindsdien stelt de toren het zonder spits. “Christus aan het Kruis” van Antoon Van Dyck is hier het belangrijkste kunstwerk.
Sint-Stephanuskerk
Als je op de hoek van de Geldmunt links in de Sint-Margrietstraat kijkt, dan zie je daar de Sint-Stephanuskerk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden daar een aantal panelen van het wereldberoemde “Lam Gods” van de gebroeders Van Eyck verborgen voor de bezetters. Kijk eens achter de eerste biechtstoel links of er geen paneel vergeten is… De Geldmunt dankt haar naam aan de muntslagerij die in 1350 aangebouwd werd tegen het Gravensteen, op de aangeslibde grond van de Lieve en de Plotersgracht.
Sint-Jacobskerk
Rond het midden van de 12de eeuw werd begonnen met het werk aan de huidige Sint-Jacobskerk. Zoals zo vaak bij historische gebouwen werd ook aan deze kerk eeuwenlang gebouwd en verbouwd. Een van de mooiste kunstwerken in de kerk is een tabernakel van zwart marmer en koper uit de renaissancetijd.
Standbeeld ter ere van Karel Waeri
Karel Waeri is een rasechte Gentse volkszanger uit de 19de eeuw. Hij zong en vermaakte het volk met zowel leutige (komische) liedjes als liedjes met een ernstige ondertoon. Het standbeeld naast de Sint-Jacobskerk is gemaakt ter ere van hem door Walter De Buck, die eigenlijk als de opvolger kan gezien worden gezien deze in 2014 overleden veelzijdig kunstenaar ook als zanger van volksliedjes door het leven ging (zijn meest bekende ’t Vliegerke). In het beeld zijn een aantal thema’s verwerkt uit de liedjes van Waeri.
Geraard de Duivelsteen
Het imponerende Geraard de Duivelsteen dankt zijn naam aan Geraard van Gent, die dit gebouw bezat in de 13de eeuw. Na het overlijden van dit ongure heerschap kwam het steen in handen van het stadsbestuur. Geraard de Duivel werd rond 1210 geboren als zoon van Zeger II, burggraaf van Gent. In officiële oorkonden noemde hij zich “ridder Geraard van Gent, bijgenaamd de Duivel”. Rond dit heerschap zijn er diverse legenden. Hij zou zijn vader vermoord hebben, omdat die wilde dat zoonlief deelnam aan een kruistocht. Verder zou hij ook zijn eigen zoontje doodgeschopt hebben. Ook hield hij zich onledig met “brasserijen, schanddaden en gruwelen”.