Boven op de heuvel is er de Sint-Amanduskapel uit 1720, die je niet geopend zal vinden tenzij er tentoonstellingen in plaatsvinden. Langs deze zijde van de begraafplaats bevinden zich de meest indrukwekkende monumenten. Eigenlijk zou je dit kerkhof moeten bezoeken met een gids.
Het ontstaan
St-Amandsberg was altijd een gewoon dorp zoals zovele. Er leefden bijna alleen maar landbouwers, maar door de aanleg van het kanaal van Gent naar Terneuzen (beginjaren 19de eeuw) bracht dit een inwijking mee van heel wat arbeiders. Het was de proost en latere pastoor Jozef Van Damme die ergens halfweg de 19de eeuw ijverde voor een eigen parochie met dus een eigen kerk en eigen kerkhof. Zo geschiedde. In 1842 zag de Sint-Amandusparochie het levenslicht, op 8 december 1847 volgde de inwijding van de Sint-Amanduskerk en het kerkhof van St-Amandsberg.
Op 18 december 1847 vond de eerste begraving plaats. Nadat Jan Frans Willems van de Vlaamse Beweging er zijn laatste rustplaats kreeg, ging het begraven van steeds meer vooraanstaande overledenen een eigen leven leiden. De Gentse bourgeoisie, kunstenaars, letterkundigen zouden volgen …
Kerkhof en openluchtmuseum
Het kerkhof biedt een uitzonderlijke kunsthistorische waarde door de grafmonumenten. Je doet er als het ware een ontdekkingstocht van de verschillende bouwkundige stijlen, gaande van neogotiek tot eclecticisme, art nouveau, art deco en moderne beeldhouwkunst. Of je vindt er een simpele boom als ‘grafzerk’ zoals zanger en filosoof Luc De Vos als wens had om onder een boom te worden begraven (kerselaar in dit geval).
Wie, wat, waar?
Het spreekt voor zich dat we ons hebben moeten beperken tot het lokaliseren van de meest bekende historische figuren, kunstenaars, schrijvers, priesters, notabelen en andere bekenden. We hebben, zonder afbreuk te willen doen aan verdiensten van andere overledenen, een selectie móeten maken. Het staat je vrij om onze route te volgen, maar doe je ze, dan heb je zeker de meest besproken grafmonumenten onderweg gezien.
Gezien de heuvel met trappen en/of via een aflopende graszone dient genomen te worden, is het voorgestelde traject niet geschikt voor mensen die wat moeilijker te been zijn.
Traject beschrijving
De nummers verwijzen naar onze kaart in de reisgids.
Eenmaal voorbij het hekken neem je de 2de gang aan je rechterhand. Stap tot voorbij de grote treurwilg. Bij het kruispuntje sla je linksaf. Op beide hoeken van deze gang staan de graven van Veesaert (1) en Minard (2).
Veesaert (1)
Capitaine Commandant Désiré Veesaert was duidelijk een militair. Kijk naar de verwijzingen: een kussen met militaire epauletten, en let op voor het kanon!
Minard (2): Je mag eventjes een voyeur zijn bij het graf van deze architect. Inderdaad, er is een link met de Gentse Minardschouwburg want hij tekende er de plannen voor. Net op tijd ontwierp hij ook zijn eigen grafkapel. Of de levensgrote treurende dame binnenin zijn eigen vrouw was, konden wij niet achterhalen. Wel zeker is dat het echtpaar staat afgebeeld op het portretmedaillon.
Ga nu tussen deze twee graven naar de trappen toe. Je kan niet anders dan aandacht hebben voor het grafmonument van Martens (3). Net er voorbij ga je rechts de gang in, sectie C. In je linkerooghoek zie je een vossenbeeld. Kunstenaar Chris Ferket (4) heeft het zelf ontworpen. Hou het Reinaert beeld in de rug en neem de 4 treden naar beneden. De levensgrote liggende mensenfiguur bij het graf van Georges Langie kan je niet missen. Maar je wordt zeker ook getriggerd door het tafeltje dat je links ziet. Ga deze gang in tot bij het tafeltje. Zowaar twee wafels op een bord! Als je de naam Marc Sleen (5) leest, begrijp je meteen het verband met de wafels. Schuin over hem het grafperk van Jan Hoet (6). Een rij daar achter wat diagonaal tegenover Jan Hoet de witte steen van Robert Hoozee (7).
Martens (3)
Bij de grafzerk van rechter Martens is de kist nog steeds te zien is. De overledene wou niet dat de zerk afgesloten was uit schrik zowaar ... om levend begraven te worden. Tevens wou hij dagelijks nog zijn krant bezorgd krijgen aan zijn laatste rustplaats. De zerk is nog steeds open maar zijn krantenabonnement werd wel opgezegd.
Ferket (4)
Hier ligt Chris Ferket, auteur en beeldhouwer uit Deinze. Hij was in de eerste plaats beeldhouwer, maar ook dichter, schrijver van sprookjes, … Vaak nam hij het verhaal van De Vos Reynaerde als inspiratie voor zijn werken. Het Reinaert beeld is dus geen toeval hier. De kunstenaar heeft het zelf gemaakt.
Marc Sleen (5)
De striptekenaar werd geboren in de aanpalende deelgemeente Gentbrugge als Marcel Neels. Sleen creëerde enkele stripfiguren en maakte een groot aantal reeksen maar raakte pas goed bekend als tekenaar van de reeks ‘De avonturen van Nero’. Hij maakte ook strips voor dagbladen. Toen hij 80 werd, besloot hij te stoppen met Nero die als stripfiguur 50 jaar had ‘geleefd’. Hij wou niet dat iemand anders de reeks verderzette. De wafels op het tafeltje verwijzen naar de traditionele afsluiter van elk Nero avontuur. Dan kwamen er Brusselse wafels op tafel.
Jan Hoet (6)
Hij werd de Gentse kunstpaus genoemd. Hij was lange tijd directeur van het Museum van Hedendaagse Kunst, voorloper van het S.M.A.K, Stedelijk Museum voor Actuele Kunst. Hij ‘ademde’ kunst en had een enorme gedrevenheid om die kunst te delen met zoveel mogelijk anderen. Ook internationaal had hij flink wat aanzien in kunstmiddens. Ook was hij een beetje eigenzinnig. Dat kan ook gezegd worden van de grafsteen. Als grafschrift is ‘Unter der Erde’ leesbaar. Wat niet leesbaar is, de rest van de zin, zit onder de grond. Daar staat ‘scheint die Sonne’.
Robert Hoozee (7)
Kunsthistoricus, curator en directeur van het Museum voor Schone Kunsten in Gent. Dat museum ligt schuin over het SMAK. Je moet eens letten over de ligging van zijn graf. Diagonaal tegenover de grafsteen van Jan Hoet. Precies zoals ze ook in het leven als directeur van elk een kunstmuseum tegenover mekaar aan het werk waren.
Napoleon (8)
De keizerlijke adelaar prijkt op de zuil. Je vindt er wel de namen terug van Gentse soldaten die in het Franse leger intraden die deel uitmaakten van de troepen van Napoleon, maar de stoffelijke overschotten liggen hier niet.
Ga de gang uit waar Jan Hoet ligt. Neem links de 6 treden. Aan je linkerzijde staat de Napoleonistenzuil (8). Hou die schuin in de rug en stap naar de kerk toe. Neem rechts de trappen naar beneden. Je komt voorbij het graf van Leo Vindevogel, burgemeester van Ronse geweest. Eenvoud maar mooi. Kijk naar de gevouwen handen, de wapperende haren. Daal hier nu de trappen af. Op het vlakke ga je de gang af tot het einde. Daar bevindt zich het graf van Prudens Van Duyse (9).
Prudens Van Duyse (9)
Dichter, essayschrijver, historicus. Ook hij stond op de voorste rij om de Nederlandse taal beter tot zijn recht te laten komen via de Vlaamse Beweging. Was ook stadsarchivaris van Gent.
Neem vervolgens de grote trappenpartij naar de hoger gelegen kapel toe. Werp een blik op de grafkapel van de familie Vanloo-Tiberghien (links) waar je een altaar en een glasraam binnenin ziet. Verderop aan je linkerhand het grafmonument van Snellaert (10) met schuin daar achter Jan Frans Willems (11). Ga nog enkele treden hoger, zo kom je bij de kapel uit. Je zal ze normaal niet geopend vinden. Naast de deur van de kapel het monument van Van Overstraeten (12).
Snellaert (10)
Hij was arts en letterkundige die zich met zijn goede vriend J F Willems inzette voor de Vlaamse Beweging. Het was zijn wens om naast hem begraven te worden, wat dus ook gebeurde. Het boek met een ganzenveer verwijst naar hoe hij de taal liefhad.
Jan Frans Willems (11)
Letterkundig die aanzien wordt als vaderfiguur van de Vlaamse Beweging, voorloper van het Vlaams nationalisme. Naar hem is het Willemsfonds genoemd.
Van Overstraeten (12)
Je kan nauwelijks nog de naam lezen, maar dit is het graf van Louis Van Overstraeten. Als architect tekende hij de plannen voor de O.L. Vrouwkerk in Sint-Niklaas. Je ziet een engel met een arm leunend op een portretmedaillon van Van Overstraeten.
Ga nu met de toegang in het aangezicht links van de kapel weg. Meteen op de hoek het monument van Ledeganck (13). Iets verder links Marie Hemptinne (14) en schuin links hier vandaan het grafmonument voor slachtoffers van een brandramp (15).
Ledeganck (13)
Karel Lodewijk was een dichter van wie één van de bekende werken ‘de drie Zustersteden’ is waarin hij lyrisch over Antwerpen, Brugge en Gent schreef. Hij was één van de voorvechters van de Vlaamse Beweging.
Marie Hemptinne (14)
Ze werd de Engel van Gent genoemd. Al op heel jonge leeftijd (9) verliest ze haar moeder en vult ze haar rol in voor de huishoudelijke taken. Zet zich tevens in voor de arbeiders van de katoenfabriek van haar vader. Ze stierf jong op 28-jarige leeftijd aan cholera. Dit grafmonument is het oudste van Campo Santo.
Brandramp (15)
Het monument is opgericht ter nagedachtenis van een grote brand. De toortsen staan omgekeerd. Ze verwijzen naar de slachtoffers.
Ga daar waar de heuvel stopt bij de grafkapel met het Christushoofd (Herman De Somer-Betty de Coninck) de smalle trapjes (je ziet er kattenpootjes in) naar beneden (opgelet geen leuning) tot op de graszone. Hier merk je pas goed dat je op een heuveltop hebt rondgewandeld.
Bijna pal voor je uit, staat een opgroeiende boom. Daaronder vond Luc De Vos (16) zijn laatste rustplaats. Vlak in de buurt (ca. 5 meter) vind je de zwarte marmeren grafsteen van Wilfried Martens (17). Een opvallend graf is dat met de houten omheining (18).
Wilfried Martens (17)
Politicus die van 1979 tot 1992 eerste minister was van België. Minister van Staat en na zijn binnenlandse politieke carrière ook nog zetelend in het Europees Parlement.
Luc De Vos (16)
Zanger van rockgroep Gorki, auteur, columnist, filosoof, schalkse volksfiguur, … die waanzinnig populair was in alle middens.
Houten bank (18)
Een apart monument in hout met een zitbank bij een jong gestorven iemand. Je ziet dit soort grafmonumenten maar zelden, vandaar deze aandacht.
Ga nu de heuvel volledig af. Volg de aangegeven richting volgens het kaartje. Richt je vervolgens op een grafsteen met marmeren zuiltjes. Er staat een trofee onder het afdakje. Stap nu rechtdoor naar een ander graf met een dakje gedragen door eveneens kleine zuilen. Hier kan je links in de achtergrond de uitgangspoort zien.
Maar vooraleer de terugweg in te zetten, draai je eerst even om. Je ziet het monument van Franz De Vos (19). Náár de uitgang toe zie je links het beeldenhoofd van Treesje (20). Net voor de uitgang ga nog even het gras op. Achter het bankje ligt Buth (21) begraven.
Franz De Vos (19)
Pianist, componist. Op het monument zie je een piano en een knielende treurende vrouw. De orgelpijpen reiken naar de hemel.
Treesje (20)
Zij werd geboren in Desselgem, leefde een godvruchtig leven en zou in 1802 als novice intreden in het Groot Begijnhof (Begijnhofdries) in Gent. Ze aanbad de heilige Antonius van Padua, liet zelfs een beeld en een kapel voor hem plaatsen in haar tuintje. Ze stierf 74 jaar oud in 1853. In de begijnhofkapel van het Groot Begijnhof Sint-Elisabeth in St-Amandsberg. vind je een schilderij waarop zij op haar doodsbed is afgebeeld. Die kapel aldaar is ter ere van haar opgedragen aan Sint-Antonius.
Buth (21)
Leo Debuth. Geestelijke vader van stripfiguur Thomas Pips. Tijdens de Ronde van Frankrijk tekende hij telkens een prent waarin hij een muisje verschool. Iedereen was er gek op om die zo snel mogelijk te vinden.